woensdag 18 augustus 2021

Kandahar

 

Woorden vallen uit elkaar

Spellend onheil, breek baar

Goed en kwaad inwisselbaar

Dag wordt nacht in Kandahar.

 

Ernst nestelt er zich in de baard

De lach bij deze doodverklaard

Vrouwen rouwen aan de haard

Hoofd bedekt, het hart bezwaard

 

Al het Westerse wankelt en wijkt

Toekomst die wreed op vroeger lijkt

Even wachten tot de wereld wegkijkt

Twintig jaar oorlog maar niets bereikt.

woensdag 11 augustus 2021

Was ik een boom

 

Was ik een boom

dan had ik takken

maar geen blad,

veel te korte wortels

en vruchten waar geen vogel

wat aan had.

 

Was ik een dier

dan vast een kat

die heelder dagen sliep

nooit kwam als iemand riep

en zelfvoldaan klagelijk om eten

Te mauwen zat.

 

Was ik een man

dan ik schreef ik geen gedichten

over katten en bomen,

zat ik niet lijdzaam te wachten

op wat toch nooit zal komen.

Maar greep het leven

mij ooit zo gul gegeven

en maakte er wat van.

Gauw

Gauw

Maar nu nog even niet

Nu speel ik voor tuinman

die node onkruid wiedt

 

Gauw

Maar nu nog even niet

Nu kijk ik met verstomming

naar al wat rondom is geschied

 

Gauw

Maar nu nog even niet

Nu vraagt de stilte mij

om pootje te baden in verdriet

 

Gauw

Maar nu nog even niet

Nu is het stilstaan bij waarom

ik anderen mij bepalen liet

 

Gauw

Maar nu nog even niet

Nu vraagt het kind de man

of hij nog toekomst ziet

 

Gauw

Maar nu nog even niet

Nu is het eerst harde noten kraken

tot hopelijk een nieuw levenslied

 

Gauw

Nog even door onbekend gebied

Gauw ben ik weer onder jou

Maar nu nog even niet. 

maandag 9 augustus 2021

Bankzitten

 Op een bank in mijn straat

zit een oude man
met een oude vrouw
van in de ochtend tot
's avonds laat.
Ze praten.
Ze zwijgen.
Ze vullen gaten
en proberen samen
de dag rond krijgen.
Ze zorgen.
Ze verdragen.
Ze wachten op morgen
als dat morgen zou behagen.
Op een bank in mijn straat
zie ik dat levenslang bestaat.

Woord in de morgen

Een woord in de morgen.
Twee ogen die je zien.
Wat gedeelde zorgen.
Een knuffel misschien.

Oprecht gestelde vragen.
Een hand op je huid.
Tegenslagen dragen.
Elkaars vertrouwd geluid.

Een oor dat open luistert.
Het noemen van je naam.
Aanwezigheid die fluistert:

Ik geef om jouw bestaan. 

In de regen

 Je zat in de regen

op de ramen. In de
verhalen van je zus.
Je zat in de lege stoel
die over was. Je was
alomtegenwoordig dus.
Je zat in de fietsster
onderweg. In de geur
van brandend hout.
Je was even terug van
heel lang weg. Vandaag
voelde veel vertrouwd.

Lig er verlaten bij

 Ik lig er verlaten bij,

na lang te zijn bewoond.

Wat rest is averij

en wind die zachtjes hoont.

 

De ogen luiken toe.

In de oren groeit er gras.

Licht breekt bleek en moe

in het alom verspreide glas.

 

Het druppelt in het hart

De aders roesten bruin

Kraaien krassen hard

in de wild opgeschoten tuin.

 

Ik lig er verlaten bij.

Echo stemmen van weleer.

Wolken schuiven over mij.

Gebroken is de veer.

Voorspeld

 

Dat het zou komen

was lang voorspeld.

Kolkende stromen

vol natuurgeweld.

 

Dat het zou keren

werd steeds vaker gezegd

en wie nu niet wil leren

moet maar wachten op echt.

 

Dat het zou razen

zei men tot in den treure.

En wij ons toch maar verbazen

dat dit echt kon gebeuren.

 

Niet dat het iets zal veranderen.

We weten dat weten niet werkt.

We wijzen hooguit naar anderen

want ons aandeel is altijd beperkt.

Toch?

zondag 4 juli 2021

Waar ga je heen mijn blauwogige zoon?

Waar ga je heen, mijn blauwogige zoon?

Waar ga je heen, zo kwetsbaar en schoon?

Ik ga naar werelden hier ver vandaan

virtueel, onsentimenteel

om er monsters te verslaan.

Ik ga stoppen met willen, enkel chillen

en dromen van zonnen op de maan.

Ik ga oude beelden voorgoed stallen

en wachten op de harde, harde, harde regen

die zal vallen.

 

Waar ga je heen, mijn blauwogige zoon?

Waar ga je heen, zo kwetsbaar en schoon?

Ik ga naar een morgen zonder gloren

zonder moeten en wroeten

waaruit niets van waarde werd geboren.

Ik ga naar landen met welkome handen

en een mensvolk van herbivoren.

Ik ga oude beelden voorgoed stallen

en wachten op de harde, harde, harde regen

die zal vallen.

 

 

Waar ga je heen, mijn blauwogige zoon?

Waar ga je heen, zo kwetsbaar en schoon?

Ik ga voorbij de horizon die de jouwe was

los van loze macht en zwaartekracht

los van het leven om de eigen as.

Ik ga de dagen uitdagen

louter liggend in het ongemaaide gras.

Ik ga de oude beelden stallen

en wachten op de harde, harde, harde regen

die zal vallen. 

In de monkel

 In de monkel om je ogen

In de fonkel van je lach

zit het kind nooit echt vervlogen

zit een wind die zingen mag.

 

In het zilver van je haren

In het vrolijk spiegelbeeld

zie je zelf ook wel de jaren

maar ook hoe weinig rol

dat eigenlijk speelt.

woensdag 16 juni 2021

Binnenstebuiten

 Buiten wordt er gewerkt

aan de toekomst zoals altijd.
Zodat ongeluk wordt ingeperkt.
De eeuwige anders-beter-strijd.

Binnen wordt er gezwoegd.
Elke leerling naar best vermogen.
De leerstof moeizaam doorploegd
waarvan straks weer veel vervlogen.

Het leven gaat dus zijn gang
maar echt helemaal klopt dat niet.
Want na een schooljaar erg wrang
werd er vooral geleerd over verdriet.

Vermoeide bomen

 Vermoeide bomen buigen

De wind waait ongekend strak
Terwijl wortels wanhopig zuigen
breekt her en der een tak.

De storm raast rusteloos
put het bos tergend uit
Het evenwicht, altijd al broos,
gaat langzaam onderuit.

Dan slaat de bliksem in
Een jonge boom wordt weggerukt
Het hopend buigen van in het begin
slaat bruusk om naar gebukt.

Het bos is in het hart geraakt
De bomen reiken naar elkaar
Maar als een 2de boom dodelijk kraakt
wordt zelfs de oude eik kwetsbaar.

Enkele bomen rechten de rug
De wind neemt af in kracht
Gewoon komt hier nooit meer terug
De gemiste bomen ruisen zacht.

De lucht wordt ijl

 De lucht wordt ijl.

Het hart te vol.

De druk stijgt steil

tot hoorndol.

 

 Hoofd wordt licht

Gemoed te zwaar

Verloren evenwicht

Teveel onverenigbaar

 

De zomer wenkt

maar schaduwen dansen.

Wie enkel die aandacht schenkt

verliest geloof in eigen kansen.

De lucht zoemt

 De lucht zoemt

van zomers lang geleden

van rekbare tijd, gulzig geluk

en dure eden.

 

De lucht geurt

naar zwoele seringen

zilte zeeën, zonnebrandcrème

en smeltbare dingen.

 

De lucht ademt

zuurstof in de moede kop

zanderige landerigheid en hoop.

De blauwe lucht lucht op.

Ramen gaan open

 Ramen gaan open

en deuren van het slot

We komen buitengekropen

nemen draden weer op.

 

Zonlicht lonkt en verrukt

maar doet de ogen ook pijn

Veel normaal werd weggerukt

Teveel draden die niet meer zijn

 

We kijken wie nog kan, wie volgt

in de karavaan die leven heet

en zoeken aarzelend nieuwe grond

na een jaar dat alles daveren deed.

Dat alle kinderen mogen slagen

 Dat alle kinderen mogen slagen

in het hervinden van lichte dagen

in het afschudden van onbehagen

waar ze geen hulp voor durven vragen.

 

Dat alle kinderen mogen slagen

In het aangeven wat ze kunnen dragen

en zich weer buiten durven wagen

aan alles wat ze ooit als kostbaar zagen.

 

Dat alle kinderen mogen slagen

Over heel de lijn

Niet zozeer voor examenvragen

maar in onbevangen zichzelf kunnen zijn.

Gezwicht

 

De wind zit in de kinderen

Wolken drijven in hun ogen

Ze vragen om te minderen

En weer wat meer te mogen.

 

De hoofden ogen zwaar

De blikken lopen leeg

Niets is nog zomaar

De tekenen worden veeg.

 

De schouders gaan hangen

Ze lachen schril en hoog

Ze delen allen het verlangen

Naar een tijd die lichter woog


De wind woedt in ons allen

Wolken benemen ons het zicht

We doen alles om niet te vallen

Maar wat torsen we veel gewicht.

maandag 17 mei 2021

Er was eens

Er was eens.

Toen plots niet meer.

Buiten kraait een haan

Nu al voor de derde keer

 

Wolken schuiven voor de zon.

De wind zucht in de bomen.

Er was eens dat ooit begon.

Dat nog tot wasdom moest komen.

 

Mieren kroelen door elkaar.

Geen aarzeling in hun doen.

Ik kauw op die hadden-we-maar.

Konden we maar terug naar toen. 

donderdag 13 mei 2021

De wind zal niet dragen

De wind zal niet dragen.

De wind is ziek en moe.

Gitzwart kleuren de dagen.

Een open raam valt toe.

 

 

De horizon lijkt gesloten.

Sommigen stappen uit.

Anderen zoeken onverdroten

naar iets dat dit vallen stuit.

 

De woorden blijven steken

in onmacht en verdriet.

Zoveel gebroken en in gebreke.

Geen zin die hier verlossing biedt. 

Waarom...

 Waarom mevrouw, waarom meneer?

Waarom doet iemand dit?

Waarom nu al voor de tweede keer?

Waarom zie je niet hoe diep iemand zit?

 

Waarom voel ik mij zo leeg en klein?

Waarom voelen anderen schijnbaar niets?

Waarom wil iemand er niet meer zijn?

Waarom zie ik hem nu nooit meer op de fiets?

 

Waarom was de meest gestelde vraag

waarop vaak geen antwoord viel te geven.

Er werd geluisterd en getroost vandaag.

Het waren lessen voor het leven.

De dag begint

 De dag begint

met het zoeken naar zin

tussen de resten van gisteren

niet wetend welke dagen ons wachten

en wij daar dolend middenin.

 

De dag begint

met vragen zonder antwoorden

met angst voor berichten die

wankele hoop weer ten gronde richten

met het zoeken woorden

die in ons leven niet thuishoorden

maar de kloof tussen ons en dat leven

weer zouden kunnen dichten.

 

De dag begint met denken aan jou

Aan wat jou dreef en wat in het nauw

De dag begint met denken aan jou en jou

die alles deed zodat ons dit niet overkomen zou.

 

De dag begint.

Vol rouw en grauw.

Terwijl het licht aan kracht wint.

vind ik zin bij jou. En jou. En jou.

zondag 9 mei 2021

Baren

 

Op het ritme

van de baren van de zee

baart een vrouw haar kind

en geeft het met de weeën mee

Geeft het de hartslag van de aarde

en de adem van de wind

Geeft het alles mee van waarde

Zodat het over de baren van het leven

zijn eigen weg naar morgen vindt.

Dag mama

 

Dag mama, lieve mama

Jouw jongen doet flink zijn best

met zich weer een weg te banen

Huilt nog altijd sneller dan de rest

Maar nu al jaren zonder tranen


Dag mama, lieve mama

Het huisje is netjes opgeruimd

want da’s goed voor het gemoed

Weer vaker ben ik goedgeluimd

ondanks mijn karakter bitterzoet.

 

Dag mama, lieve mama

Ik draag zorg en hou me sterk

net zoals ik het altijd bij jou zag

Waardig je zoon zijn, is een levenswerk

Dank u mama, een fijne moederdag!

Leftover love

 Mother, O, mother in heaven above

tell me the story of leftover love

 

Of all those relations

Wich came rash to an end

‘Cause we thought that our time

elsewhere better was spend.

 

Of children who died

long for their time

So all the leftover  love

became like scaled leftover wine

 

Mother, oh mother in heaven above

tell me the story of leftover love

 

Of the souls long forgotten

Of the love unspoken by shame

Of chances thrown in the alley to rotten

Or all loves who were born with no name

 

Mother, o, mother in heaven above

I still carry in me for you so much leftover love

Rusteloze natuur

De wind vindt zijn draai niet

tevergeefs op zoek naar jou.

De zon hangt er bleekjes bij

en schril schreeuwt de pauw.

 

Bladeren rillen aan een tak

Vogels weifelen in hun vlucht

De lucht hangt vol ongemak

voor nog meer onheil beducht

 

Tij aarzelend tussen eb en vloed

vraagt raad aan de rijzende maan.

Want wie weet nog wat ertoe doet

nu de natuur geweld is aangedaan? 

Draag nooit te zwaar alleen

 

Een daad voorbij woorden.

De stilte die dan schrijnt.

De vraag die niemand hoorde.

Jong leven dat verdwijnt.

 

De wijzer die verstomt.

Het hart dat nimmer slaat.

De toekomst weggegomd.

Geen antwoord dat nog baat.

 

Een last te zwaar om dragen

dreef iemand te vroeg heen.

Durf daarom hulp te vragen.

Draag nooit te zwaar alleen.

donderdag 22 april 2021

Fotosynthese

 Mijn schrijven

streeft bij verdriet
naar fotosynthese
naar het omzetten
van down naar verheven
in de hoop dat de woorden
aan zij die ze lezen
zuurstof zullen geven.

Bij valavond

 Ze kruipt bij valavond

in mijn armen om zichzelf
en mij te warmen en de tijd
vast te houden die wij als
voor altijd gedeeld beschouwden.
Ze neemt en geeft wat ze
als geen ander delen kan en
nodig heeft en leert mij
hoe liefde in elk van
haar gebaren leeft.
Morgen zal ze geborgen
in andere armen een hart
vullen enkel door er te zijn.
Maar vanavond is ze de
onnavolgbare bezitter van mijn.

Hoe kan ik helpen?

Hoe kan ik helpen?
Een vraag om te zijn
Een houding met toekomst
voor groot en klein
Hoe kan ik helpen?
Heel vaak hoeft dat niet
maar voel je dat die vraag
net de ander kracht biedt
Hoe kan ik helpen?
Dat is aanbieden van tijd
Het is zeggen in alle eenvoud:

Ik ben bereid. 

Het zou

 Het zou

maar het zal niet.
Het wou
maar het werd niet.
Zoals jou
ben ik niet.
Vrouw
die ik losliet.

donderdag 8 april 2021

Goed is normaal

Goed is normaal
en normaal is onzichtbaar.
Dus draait bijna elk verhaal
niet om wat goed is
maar kwetsbaar.
Om wat hapert, wat faalt.
Om goed dat het niet heeft gehaald.
Of net beter was dan verwacht.
Om de sterren en niet de duistere nacht.
Goed is normaal
en normaal zien we niet.
Maar dat wil niet zeggen

dat er niet veel goeds is geschied. 

Al die woorden

 Al die woorden op papier

al die woorden geschreven hier
zeggen veel maar niet waarom
ik alsmaar met eendere woorden kom.
Het is nochtans eenvoudig, ik beken
al dat schrijven zegt met teveel woorden
dat ik eenzaam ben.

maandag 5 april 2021

Veel is er nog

 Veel is er nog

maar niet meer de glans
niet meer die kleuren
die elk gebeuren
de schijn gaven van een
altijd wederkerende kans.
Veel is er nog
maar niet meer als vanouds
als iets stouts dat bevrijdt
en de rebellen van het
klootjesvolk scheidt
en als troost kon tellen.
Veel is er nog
maar niet meer dat vuur
dat duur betaald werd
de adem benam en zuurstof gaf
aan de zinloze zottigheid
richting graf.
Veel is er nog
gewoon omdat het er altijd al was
gewoonte die te pas en te onpas
ons de das omdoet omdat we
tijdens het leven verleren
hoe het anders kan en waarom
dat, als je trouw aan jezelf wil
blijven, ook moet.

Overbodig

 Mijn woorden zijn overbodig.

Je hebt mijn ‘Alles komt goed’
En mijn ‘ Jij bent al wat ertoe doet’
helemaal niet nodig.
Mijn woorden zijn slagen in het water
van een eindeloze zee waar anderen
al lachend je wereld veranderen
en met je mee mogen naar later.
Mijn woorden zijn mooi en onmachtig
Zoeken de toon van waarachtig
waarachter mijn liefde tastbaar blijft
tot het leven eigen wetten voorschrijft
Dan worden mijn woorden ballonnen
Vervluchtende lucht en doorprikbaar
die nooit een hart hebben gewonnen
en eindigen met ‘Het is goed. Ga maar.’

zaterdag 3 april 2021

Waar ooit vleugels zaten

 Ik streel waar ooit

haar vleugels zaten
voel hoe ze glooit
en gloeit onder het praten
over een tijd van vederlichte
meisjesachtigheid die in het
het zand onder haar begraven ligt.
Ik luister naar de wind
in haar haren die verzint
dat verjaren garen spint
uit de droom die we laten varen
omdat hij geen juiste hartslag vindt.
Ik lees blind haar huid
braille rond de taille
en prijs mij gelukkig
ook als ze later onder het geluid
van vleugelslag verdwijnt
naar waar ik haar niet volgen mag
omdat haar gloeiend glooien in mij
verder deint.

Samen in de avondschemer

 Samen wij twee

in de avondschemer.
Samen niets te doen.
Geen scherm
om naar te kijken.
Zo zaten we samen toen.
De woorden waren karig
Stilzwijgen ging nog goed.
We deden niet aan voorbarig
Geen nood aan overvloed.
We luisterden naar geluiden
De vogels in de tuin
De autosnelweg naar het zuiden
Gedachten gonsden onder onze kruin.
Straatlantaarns gloeiden oranje
Schaduwen groeiden in het rond
Warme eenvoud vrij van franje.
Dat was hoe toen de dag zijn einde vond.

Avond in de gordijnen

Een milde avondwind
speelt zacht in de gordijnen
Het voelt alsof alles herbegint
Dat nooit iets kan verdwijnen
Alsof door de open ramen
oude herinneringen zingen
Vogels fluiten al de namen
van zij die naar elders gingen
Ook al zit ik hier alleen
Het gemis is zoet en zacht
Al dat verleden om mij heen

geeft kracht voor wat er wacht. 

De zon schijnt in het noorden

 De zon schijnt in het noorden

en de wind waait achterwaarts
Alle klank valt uit de woorden
en het bloed stroomt tegendraads.
De lente verliest haar bladeren
Het duistert op klaarlichte dag
Nieuwbakken goden vergaderen
over wat bij het oude blijven mag
De tijd neemt een minuutje respijt
en de zee gaat aarzelend aan land
Trekvogels raken de richting kwijt
en de sterrenhemel valt uit verband.
Maar het moede hart klopt overal aan
voelt de wind, de zon, het eigen bloed
Aan de einder wast een nieuwe maan
De morgen stelt geen vragen. Het is goed.

Alleen staande

 Alleen staande

soms liggend in de knoop
Het leven is nog gaande
maar neemt anders zijn beloop.
Steeds vaker slechts alsof
Geen oren die het horen
Geluk wat kort van stof
De juiste tred verloren.
Zelftwijfel die ontwricht
en mensen die passeren
Te weinig en te veel gewicht
Van vooraf aan beginnen leren
Alleen staande
is een wankel gegeven
Voor velen plots onbestaande
Voor anderen een oud stilleven.

Hoe mensen mij zien?

 Hoe mensen mij zien?

Ik heb echt geen idee.
Getalenteerd misschien.
Of een klager voor twee.
Hoe mensen mij ervaren?
Ik dacht best aangenaam.
Of een angsthaas vol maren
en vooral relatieonbekwaam.
Hoe mensen naar mij kijken?
Daar raak ik niet meer uit.
Ik zie oude zekerheden wijken.
Geen houvast voor een besluit.

Ze gaat, ze gaat

 Ze gaat, ze gaat

Soms wel eens te hard
Ze wil dat ik loslaat
Ik en mijn arme vaderhart
Ze groeit, ze bloeit
Ze vindt haar eigen weg
Ze houdt van ongemoeid
maar aanvaardt nog wat ik zeg
Ze baalt, ze straalt
Ze wordt volop zelfbewust
Ik word razendsnel ingehaald.
Het leven speelt kaper op de kust.

Tafel vol kruimels

 Tafel vol kruimels.

De afwas wacht.
Avondlicht tuimelt.
Het stof valt zacht.
Buiten verdwijnt
achter bruine gordijnen.
Binnen verkleint
tot waar het kaarslicht
kan schijnen.
Stilte stijgt op
Zoals dauw uit het gras.
Een roos in de knop
spiegelt in het half lege glas.
De dag legt zich neer.
Geen stem zegt wat moet.
Het evenwicht voelt teer
zo wankelend naar goed.