dinsdag 4 februari 2020

Weet jij het nog?

Weet je nog
hoe we zeurden over later?
Hoe we anders zouden zijn.
Weg van schijn en al dat water
bij de wijn.

Weet je nog
hoe we de waarheid
in pacht hadden en niet
begrepen dat ouderen
benepen en laf zomaar
de weg afliepen richting graf?

Weet je nog
hoe groots we zouden leven
zoals in romans beschreven
in liefde of alleen maar altijd
boven kleinburgerlijkheid
verheven?

Weet je nog
hoe onkwetsbaar we waren
en gevaren zagen als vragen
om een andere koers te varen
waar onze ouders zich nooit
aan hadden durven wagen?

Weet je nog
wanneer we al het bovenstaande
vergaten en net als iedereen
plots in hetzelfde leven
gevangen zaten waarvan
we dachten het alleen maar
te kunnen haten?

Weet je nog
wanneer we leerden dat
de waarheid in pacht niet
hetzelfde is als in bezit?
Weet je nog
wanneer we realiseerden
dat niet weten
in elk van ons
gebakken zit?

Weet jij het nog?

Klankkast

Stil in een hoek
van elk van ons
wacht een piano
om geroerd te worden
door vingers vol verlangen
die tastend
in het duister
hun oor te luisteren leggen
en de hartslag vangen
om zo het trillen
het onderdrukte willen
weer melodie te geven
en klank aan wat er
aan muziek in ons
wordt doodgezwegen.

Achter de wolken daar

Daar achter de wolken
daar waar de zon altijd schijnt
Waar elke mens eindigt, uitgemolken
en op een dag node naar verdwijnt.

Daar droom ik jou herboren
met een tuintje en boek
Alle ballast voorgoed verloren
en zij die je voorgingen op bezoek.

Daar speelt de wind weer in je haren
Daar brei je de dagen aan elkaar.
Op een dag zal ik me aan je zijde scharen
Waar de zon altijd schijnt, achter de wolken daar.

zaterdag 1 februari 2020

Tekenen van lente

Tekenen begint
met een lijn,
Lopen met een stap.
Veel start uit iets klein
op de lange weg naar knap.

Dromen lichten op
in het duister van de nacht.
Uit dat leven in je kop
groeit voor overdag een kracht.

Vallen is soms een noodzaak
om op te kunnen staan
en daarna niet langer lukraak
de foute weg te blijven gaan.

Zwijgen is een vorm wachten
op het volgroeien van een woord
dat wat niet kon, zal verzachten
en waarin je een nieuwe lente hoort.