woensdag 16 juni 2021

Binnenstebuiten

 Buiten wordt er gewerkt

aan de toekomst zoals altijd.
Zodat ongeluk wordt ingeperkt.
De eeuwige anders-beter-strijd.

Binnen wordt er gezwoegd.
Elke leerling naar best vermogen.
De leerstof moeizaam doorploegd
waarvan straks weer veel vervlogen.

Het leven gaat dus zijn gang
maar echt helemaal klopt dat niet.
Want na een schooljaar erg wrang
werd er vooral geleerd over verdriet.

Vermoeide bomen

 Vermoeide bomen buigen

De wind waait ongekend strak
Terwijl wortels wanhopig zuigen
breekt her en der een tak.

De storm raast rusteloos
put het bos tergend uit
Het evenwicht, altijd al broos,
gaat langzaam onderuit.

Dan slaat de bliksem in
Een jonge boom wordt weggerukt
Het hopend buigen van in het begin
slaat bruusk om naar gebukt.

Het bos is in het hart geraakt
De bomen reiken naar elkaar
Maar als een 2de boom dodelijk kraakt
wordt zelfs de oude eik kwetsbaar.

Enkele bomen rechten de rug
De wind neemt af in kracht
Gewoon komt hier nooit meer terug
De gemiste bomen ruisen zacht.

De lucht wordt ijl

 De lucht wordt ijl.

Het hart te vol.

De druk stijgt steil

tot hoorndol.

 

 Hoofd wordt licht

Gemoed te zwaar

Verloren evenwicht

Teveel onverenigbaar

 

De zomer wenkt

maar schaduwen dansen.

Wie enkel die aandacht schenkt

verliest geloof in eigen kansen.

De lucht zoemt

 De lucht zoemt

van zomers lang geleden

van rekbare tijd, gulzig geluk

en dure eden.

 

De lucht geurt

naar zwoele seringen

zilte zeeën, zonnebrandcrème

en smeltbare dingen.

 

De lucht ademt

zuurstof in de moede kop

zanderige landerigheid en hoop.

De blauwe lucht lucht op.

Ramen gaan open

 Ramen gaan open

en deuren van het slot

We komen buitengekropen

nemen draden weer op.

 

Zonlicht lonkt en verrukt

maar doet de ogen ook pijn

Veel normaal werd weggerukt

Teveel draden die niet meer zijn

 

We kijken wie nog kan, wie volgt

in de karavaan die leven heet

en zoeken aarzelend nieuwe grond

na een jaar dat alles daveren deed.

Dat alle kinderen mogen slagen

 Dat alle kinderen mogen slagen

in het hervinden van lichte dagen

in het afschudden van onbehagen

waar ze geen hulp voor durven vragen.

 

Dat alle kinderen mogen slagen

In het aangeven wat ze kunnen dragen

en zich weer buiten durven wagen

aan alles wat ze ooit als kostbaar zagen.

 

Dat alle kinderen mogen slagen

Over heel de lijn

Niet zozeer voor examenvragen

maar in onbevangen zichzelf kunnen zijn.

Gezwicht

 

De wind zit in de kinderen

Wolken drijven in hun ogen

Ze vragen om te minderen

En weer wat meer te mogen.

 

De hoofden ogen zwaar

De blikken lopen leeg

Niets is nog zomaar

De tekenen worden veeg.

 

De schouders gaan hangen

Ze lachen schril en hoog

Ze delen allen het verlangen

Naar een tijd die lichter woog


De wind woedt in ons allen

Wolken benemen ons het zicht

We doen alles om niet te vallen

Maar wat torsen we veel gewicht.