dinsdag 26 februari 2019

Riddertijd


In de hoek stond een houten zwaard
van een ridder ongekend en onvermaard
te wachten op avonturen die niet kwamen
die puur uit verveling zelfs de benen namen

Aan tafel zat de ridder aan het ontbijt
dromend van liefde en heldhaftigheid
van het verslaan van gifgroene draken
die in dit huis wel eens de kop opstaken

En zo had hij die dag moeder niet gehoord
toen ze hem tot haasten had aangespoord
Waarna ze hem geïrriteerd op de klok wees
Maar irritatie was deze ridders achillespees

Zijn ogen schoten vol, de held was al geveld
door boosheid van haar op wie hij was gesteld
Zijn tranen werkten echter als olie op een vuur
maakten op hun beurt de moeder overstuur.

Want plots zat ze zwaaiend achter hem aan
met het zwaard dat in de hoek had gestaan.
Hij vluchtte driemaal om de ontbijttafel heen,
greep angstig naar zijn boekentas en verdween

Na die dag was zijn riddertijd voorgoed voorbij
Het bleek te riskant en met veel kans op averij
Maar moeder, doordat jij zo achter mij aanzat
heb ik toch 1 memorabel ridderavontuur gehad.

Thuiskomen aan zee

Dag golven, dag zee
Vandaag hebben we moeder mee
Zorgvuldig in een potje gedaan
Tot stof en as vergaan.

 Dag zachte oostenwind
Wees ons vandaag goedgezind
en draag moeder met je mee
over land en over zee.

Dag moeder, ga nu maar
en hou je voor de golven klaar
dein een eindje met ze mee
en wordt dan één met volle zee.

Dag moeder, ga nu zonder vragen
Laat wind je naar de einder dragen
Voel je daar maar licht en vrij
Wieg je er weg uit dit aards getij

Dan zal ik jou weer kunnen voelen
als regendruppels mij overspoelen
en weet ik dat ik je stem hervind
in de rustig ruisende oostenwind.

Dan weet ik mij door jou omringd
als wind 's avonds in de bomen zingt
En zwem ik ooit eens in de verste zee
dan zwem jij voortaan met me mee.

vrijdag 22 februari 2019

Een jaar geleden

Een jaar geleden
zei je: Stop. Genoeg.
En kreeg de dood
waarom hij vroeg.

Veel te gauw jou.

Een jaar is stil
voorbij gegleden
Een jaar door
jou onbetreden
en dat jou dag
na dag verder
ten grave droeg.

Veel te rauw rouw.

Een jaar dat je hier
niet meer mocht zijn
tenzij verbonden
met een pijn
van afscheid dat
net dat loslaten bestrijdt.
Het tergend tikken
van ongedeelde tijd.

Veel te lauw jou.

Een jaar van vervagen
tussen overvolle dagen
tot plots je afwezigheid
weer ongenadig naar
boven glijdt en me
wijst op de snelheid
van mijn eigen eindigheid.
Slechts een zucht
waren wij samen
waarin we teveel
als vanzelfsprekend
namen.

Veel te weinig nauw.

Een jaar geleden
zei je: Stop. Genoeg.
Op en moegestreden
en voor eeuwig te vroeg.

Ik mis al
wat niet meer is.
Ik mis jou
en besef nu pas
hoeveel van wat
ik ben en ken
met jou verbonden was.

dinsdag 19 februari 2019

Twee jongens in een boek

Twee jongens in een boek
redden elkaar het leven.
Ik lees hen zittend in de hoek
van een café om het even.

En huil.
Als een kind dat gespiegeld
ziet hoe een ander zijn
bestemming vindt maar
zelf helaas niet.

De eenvoud van
te zijn erkend
in je talent en door je
daar in te bekwamen
geluk vindt en geeft
aan al wie rond je leeft.

Ik lach.
Ach, het zijn slechts
twee jongens in een boek.
Het heeft amper iets echts.
Gauw lees ik mezelf weer zoek.

Tot de dag dat
de pijn van dat kind
weer een weg tussen
het volwassen sussen vindt.

dinsdag 5 februari 2019

Warmwaterbuik

Het meest hou ik van je buik
die eeuwige warmwaterkruik
waarop ik mijn hoofd wil vlijen
na een bezoek tussen je dijen

 Het meest koester ik je buik
waar ik altijd de oorsprong ruik
van ons bollend blozend geluk
of zoek naar zachte tegendruk

Het meest bemin ik je buik
waar ik soms in je putje duik
louter adem en de ogen toe
de wereld buiten je buik zo moe

Alles komt samen in je buik
waar ik rust en weer ontluik
na dagen droef of hoorndol.
Je buik blijft mijn toevluchtshol.

Sluitertijd

Gisteren foto's gekeken
van jou in zwart en wit
vergane polaroid en
finaal de kleur vaal

Stukjes die ontbreken
Geheugen dat vol gaten zit
Je leven slordig uitgestrooid
tot een brokkelig verhaal

Er komen er nooit meer bij
en wij laten er verdwijnen
Niet die van vrolijk en blij
wel die met onze eigen pijnen

Het licht heeft je gevangen
met een te korte sluitertijd
De vage glimlach op je wangen
tot troost vanuit de eeuwigheid.