vrijdag 28 november 2014

Toekomstziek



Gisteren mochten we voetballen
maar gisteren ging gauw voorbij
Vandaag leren we de 100-tallen
en voorbeeldig  zwijgen in de rij

Morgen gaan we toetsen doen
dat is blijkbaar iets heel serieus
ik wil gewoon gisteren overdoen
maar dat heet te weinig ambitieus

Ik voel iets krimpen in mijn buik
morgen maakt me melancholiek
Als ik ’s avonds in het bedje duik
weet ik mij voortaan toekomstziek. 

donderdag 27 november 2014

Toch?



We willen het niet weten
We willen het niet zien
en als we het even zien
dan willen we vergeten
is dat ons recht
soms niet misschien?

We willen graag geloven
We wensen ons de waan
dat op de weg naar boven
elk zijn deel wel heeft gedaan
en van de armen roven
daar doen wij toch niet aan?

We zijn gerechtigd om te willen
met eeuwige groei als ideaal
onze honger is er om te stillen
geld spreekt daarbij de juiste taal
en zij die betalen voor onze grillen
zijn gewoon jaloers
en willen net hetzelfde allemaal.
Toch?

We willen het niet weten
we willen het niet zien
en zo krijg ook ik elke dag
veel meer dan ik verdien.


woensdag 26 november 2014

Mis je



Ik mis de monkel om je ogen
het verlegen zilver in je haar
je woorden wijselijk gewogen
als ik in twijfel naar je staar

Ik mis de huppel in je schreden
de milde spiegel die je speelt
hoe je aandacht kan besteden
hoe je zwijgen de onrust heelt

Ik mis de kruimels op je lippen
de evidentie van ons samenzijn
alsof we in elkaar binnenglippen
en even de ander kunnen zijn.

Mis je.


dinsdag 25 november 2014

Valbrug



Ze lijkt een versterkte vestiging
met donkere wallen in het gelaat
Tegen elke amoureuze belegering
blijkt haar borstwering adequaat

Een karakter hoekig als kantelen
en een hoofdhaard zonder vuur
Haar blikken kunnen vierendelen
het hoofse zwijgen is zelfcensuur

Wie de valbrug kan doen zakken
stoot echter op haar heilige graal
die vol overgave ligt te snakken
naar een overheersende gemaal.


woensdag 19 november 2014

Met de wereld klaar



Op de ijzige drempel van je huis
zit je verweesd in een nachtjapon
Niemand noemt dit nu nog thuis
hoewel menig leven hier begon
Er sluiert nevel in jouw ogen
en spinrag in je blonde haar
Ben je uit jezelf weggevlogen
Ben je nu al met de wereld klaar

Ijswolkjes wolken uit je mond
stukjes ziel in de avondlucht
Je huid is vaal en ongezond
de dromen uit je hart gevlucht
Je zit nu stil voorovergebogen
de gedachten leeg en zwaar
Ben je uit jezelf weggevlogen
Ben je nu al met de wereld klaar

Op deze drempel uitgezwaaid
tot ze om de hoek verdwenen
In één tel van de weg gemaaid
genade viel er niet te verlenen
In zinloos zwart meegezogen
ga je nu mee zonder bezwaar
Je bent uit jezelf weggevlogen
Je bent nu met de wereld klaar.


donderdag 13 november 2014

Dijk van een begijn



Er was een dijk van een begijn
uit Begijnendijk
Ze gaf niet om vrome schijn
of om het hemelrijk

In het hof der begijnen
maakten mannen haar het hof
Maar geen man kon haar lijmen
zij vond alleen hun aandacht tof

Maar toen veerde op een man
uit Mannekensvere
Hij besloot die begijnmadam
eens een lesje te leren

Onder een eik verkleed als Jezus
ergens in Jezus-Eik
sprak hij: bevrijd mij van Judas' kus
met eentje appetijtelijk

Toen brak de dijk van de begijn
uit Begijnendijk
Haar habijt hangt nu in de maneschijn
ergens in Jezus' eik.