zaterdag 31 oktober 2015

De ekster





Een ekster wandelt door de tuin
en pikt de pieren uit mijn grond
Hij houdt zijn hoofd even schuin
en bezorgt mij een open mond

Hoe ziet hij wat ik niet kan zien
malse weelde voor een vogelbek
Kijkt hij met zijn gevoel misschien
is dat net de mens zijn blinde vlek

We lezen niet onder het oppervlak
enkel het gebroken licht in ons oog
De ekster grijnst nu vanop zijn tak
wie voert er met de wereld dialoog?


vrijdag 30 oktober 2015

Bloem die niet wil geuren

Okee, dan niet
Als jij me niet graag ziet
Wat zouden we dan treuren
om wat toch niet zal gebeuren


Dus welaan, gedaan
met wat toch niet kan bestaan
Maar kom later ook niet wenen
om de kansen die verdwenen

Tot ziens, misschien
Het maakt niet uit wat ik verdien
We kunnen enkel hopen
dat we niet dé liefde lieten lopen

Vaarwel, ma belle
en al ben ik niet van tel
Toch liet je mij hier dromen
van een bedding om in te stromen

Maar hee, okee, dan niet
Geen druppeltje verdriet
Want wat zou ik zitten treuren
om een bloem die niet wil geuren
Om een bloem die niet wil geuren.

Roestbruin



Sponsen broekskes
Het haar strak in een middenstreep
Wakke vitabiskoekskes
en tantes met een chocoladenreep

Gele rubberen bottekes
Olieregenbogen op de natte straat
Stilgekoesterde dorpzottekes
en koude oorlogen tegen Het Kwaad

Zwart rode overvalmutskes
Luchtgitaarke spelen na het bad
Afrikaanse hongerdutskes
en meesters met een slaande lat

Oranje regenkawekes
Sneeuw in de winter en op teevee
Woensdagmiddag erwten met pekes
‘s zomers plakkerige ijshandjes aan zee

Flanellen hemdjes
Gezichtjes wassen met wat speek
Prachtige 10 frank centjes
en jij moeder die onvermoeibaar leek

Jeans onder je bloemenkleed
laarzen die ik uittrekken moest
Het was een tijd dat tijd trager gleed
Verschoten herinneringen bijna weggeroest.


woensdag 28 oktober 2015

De mening van een aardig ding



De mens dat is een aardig ding
Een vreemde- en vermeteling
Een zonder- en een lieveling
die vanuit overtuiging en aarzeling
komt tot verheerlijk- en vernietiging

De mens dat is een aardig ding
Een enkeling uit op vermenigvuldiging
met altijd die vertwijfeling
tussen lust en loutering
verheffing en vernedering
bewonder- en verwondering

De mens dat is een aardig ding
Een weerloze opstandeling
vol schittering en begeestering
met die eeuwige omwenteling
tussen zelfverloochening
en zelfverwezenlijking

De mens dat is een aardig ding
Een vroeg verdreven banneling
die uit neiging
naar verander- en verovering
de eigen dampkring
al vaak te buiten ging

De mens dat is een aardig ding
Een levend geworden poging
tot verbetering
die tussen hunker- en herinnering
meer wil zijn dan een rimpeling
voor de finale ontluistering

De mens dat is een eigenaardig ding


dinsdag 20 oktober 2015

Machteloos boos



Plots is daar weer het huilen
ben jij moeder en ik het kind
dat in jouw armen wil schuilen
tot het daar vertroosting vindt

Maar je kan mij niet beschermen
tegen het onheil dat ons bedreigt
Wie moet zich over wie ontfermen
nu het geluk in alle talen zwijgt

Het verleden hebben we overleefd
niet ongeschonden maar met hoop
dat wie het beste van zichzelf geeft
ooit meester wordt van zijn levensloop

Maar het noodlot slaat zijn gaten
maakt ons tot vogels voor de kat
dwingt ons de illusie los te laten
dat we het ergste al hebben gehad

Ik wil een man zijn die kan dragen
wat onvermijdelijk te wachten ligt
om wiens armen jij nu mag vragen
terwijl jij moedig jouw strijd verricht.

woensdag 14 oktober 2015

De zee geeft kopjes



De zee geeft kopjes aan het strand
De wind waait golven in jouw haren
Terwijl jij papieren bloemen plant
zie ik zeilboten in jouw ogen varen

De zon zandstraalt de lucht tot blauw
De zeebries geurt naar wier en zilt
Een ijsje smelt en drupt in je mouw
Kindergeluk dat op mijn netvlies trilt

De tijd is even haar razend ritme kwijt
De branding murmelt warrige woorden
Jij speelt ankerpunt in de oneindigheid
een windvlaag uit lang vergeten oorden

De zee ebt weg na gegeven overvloed
De zon bloedt traag leeg aan de horizon
De avond zaait nu bloemen in je gemoed
 je hart bolt op tot nostalgische luchtballon.


Paganistisch genoegen



De maan legt zich te rusten in het water
De nacht zucht zacht tussen de bomen
Ons hinkelspel tussen gisteren en later
maakt ons vloeibaar, doet ons stromen
Het verlangen dat we in ons dragen
stuwt het warme bloed
geeft zuurstof aan de dagen

De zon lokt bloemen uit de natte aarde
De wind streelt de huid van oude dieren
Het heden wikt traag zijn eigen waarde
terwijl wij overtuigd de teugels vieren
Het verlangen dat we in ons dragen
stuwt het vrije bloed
geeft diepgang aan de dagen

De sterren parelen in een koud heelal
De regen vult alle beken tot ze baren
Wij spelen leenheer en vadsige vazal
Het hart is ons kompas om op te varen
Het verlangen dat we in ons dragen
stuwt het onrustige bloed
geeft koortsige gloed aan de dagen

De lucht hangt vol met kolkend grijs
De atmosfeer barst uit haar voegen
Morgen betalen we hiervoor de prijs
nu heerst het paganistisch genoegen
Het verlangen dat we in ons dragen
stuwt het woeste bloed
geeft voldoening aan de dagen

Nat asfalt weerkaatst het lantaarnlicht
De muren bonken voos stadsgedreun
Beton spuit vrank ons de aderen dicht
Ik koester mij tegen jou aan en kreun
Het verlangen dat we in ons dragen
stolt nu in ons bloed
is te puur om te verdragen.


dinsdag 13 oktober 2015

Mijn musje



Jou wil ik alles geven
al wat je hart verlangt
ook frustratie heel even
zodat je wijsheid tankt

Ook wil ik jou alles tonen
hoe fijn je mens kan zijn
met oog voor het schone
al is het kwetsbaar klein

Graag wil ik jou wat leren
over wat er al is geweest
over hoe de karren keren
over de liefde die geneest

Maar jij lijkt meer te geven
jouw glimlach in de morgen
elke beweging nog gedreven
en voor later zijn de zorgen

Ook wil jij mij alles tonen
wat je kan en kunnen wil
hoe je jezelf kan belonen
echt verlangen zit nooit stil

Graag wil je mij weer leren
met de stroom mee te gaan
en het leven uit te proberen
door er middenin te staan.