vrijdag 26 augustus 2016

Stil nu



Stil nu
niet bewegen
De kwade wind waait
De zomerhitte zaait
verderf en bederf
Niemand houdt het tegen

Hoor nu
al wat was verzwegen
De potjes barsten open
De garanties lang verlopen
scheuren en verkleuren
Niemand houdt het tegen

Kijk nu
naar alles ongelegen
De kraai krast in de bomen
De barbaren zullen komen
lijdend en bevrijdend
Niemand houdt het tegen

Geef nu
terug wat ooit gekregen
De zee likt haar wonden
De aarde lang geschonden
glundert en buldert
Niemand houdt het tegen

Zwijg nu
de oude woorden wegen
De dagen zijn geteld
Het verhaal lijkt verteld
geleden en verleden
Niemand houdt het tegen


Stil nu
niet bewegen
in het oog van de storm.

woensdag 24 augustus 2016

Wij bidden wel niet

Wij bidden niet
want Hij zal niet spreken
en jij wordt nooit meer gezond
Wij zijn Hem niet waardig gebleken


Wij bidden wel
praten stil in ons hoofd
zoekend naar kracht
nu veel hoop werd gedoofd

Wij bidden niet
om hulp van boven
van Hij die u ziet
in wie wij niet geloven

Wij bidden wel
dwalen door onze herinneringen
prevelen woorden van hoop
dat je het hier nog lang uit mag zingen

Wij bidden niet
om een goddelijk gebaar
Wij bidden wel
om steun bij elkaar.

donderdag 4 augustus 2016

Een arme zwerver/ Wayfaring Stranger (versie Johnny Cash)

Ik ben gewoon een arme zwerver
eeuwig op de dool in dit aards bestaan
Maar er is geen onheil, verdriet of leegte
in dat stralend land waarheen ik nu zal gaan
Ik ga daarheen terug naar mijn vader
en al mijn geliefden met hun eigen kruis
Ik ga gewoon ergens daarboven
Ik ga gewoon voorgoed naar huis

Ik besef heel goed donkere wolken komen
Ik besef heel goed de weg is hard en steil
Maar verlossing rijst op tussen de bomen
in dat hemels land zoek ik voortaan mijn heil
Ik ga daarheen terug naar mijn moeder
Want aan haar zijde daar hoor ik thuis
Dus, ik ga gewoon ergens daarboven
Ik ga gewoon voorgoed naar huis

Ik ga gewoon voorgoed naar boven
Ik ga gewoon voorgoed naar huis

maandag 1 augustus 2016

Mooie buurman


Op deze zoutloze zomermorgen
aan het einde van jouw wintertijd
zit je in het halfduister verborgen
voor een wak en smakeloos ontbijt

Een handdoek om je nek gebonden
met twee wasspelden tot een slab
Bejaarde en baby zijn zo verbonden
in één beeld dat ik naar adem hap

Ik trek je lange witte kousen aan
tot steun in deze wankeldagen
Je vraagt of ik dit al heb gedaan
Ja, als mijn kinderen het vragen

Ik help je recht en jij bedankt mij
lacht je oude ziel en tanden bloot
waarom zoveel ellende en averij
aleer men klaar is voor de dood?