donderdag 29 maart 2018

Wist niet wat ik zei


Ik wist niet wat ik zei
Maar ik wist wel waarom
Het kwam van diep in mij
maar voor jou was het dom

Ik zei dat jij mocht gaan
Dat meer lijden niet hoeft
Dat je alles al hebt gedaan.
En toen zweeg jij bedroefd.

Tot: Je weet niet wat je zegt
uiteindelijk de stilte doorbrak
Ik kreeg het je nooit uitgelegd
Er was geen plaats voor zwak.

zaterdag 24 maart 2018

T.

Ik vraag jou om te spelen
om zin te krijgen in taal
door de zinnen te verdelen
en braaf doe je 't allemaal


Maar nu je persoon zich vormt
is er een voorwerp van lijden
waardoor alles in jou stormt
Het belast toekomende tijden

Je taalt nu erg om je moeder
die haast zonder woorden valt
Welk onderwerp ik je ook voeder
je blik wordt tot haar versmalt

 Ik zoek het volmaakte deelwoord
om je verhaal een punt te geven
Want ik heb je hulpvraag gehoord
en moet net als jij zonder leven

Ooit zal de taal je kunnen dragen
die je van haar geschonken kreeg
biedt ze antwoorden op je vragen
Tot dan klinkt ze lettergrepenleeg.

zondag 18 maart 2018

Nadagen

Gedoken in een deken
kijk ik door het winterraam
De weken die verstreken
dragen allemaal je naam

De lente wil niet komen
de noorderwind die snijdt
en rond al te naakte bomen
ligt een mager sneeuwtapijt

De wereld lijkt te wachten
tot je voor mijn ogen smelt
Maar ik hou je in gedachten
ben nog lang niet uitverteld.

zondag 11 maart 2018

Boeken en wafels



Met jouw nagelaten boeken
bouw ik muren rond verdriet
tracht ik stukjes jou te zoeken
in mij nu nog onbekend gebied

Ik lees de woorden die jij las
vraag me af wat ze jou deden
Was er een boek dat je genas
Of las je nooit iets om die reden

Met elk boek hou ik je bij mij
leef ik verhalen in jou geleefd
lees ik ons weer naar een wij
voel wat ons verbonden heeft

En als ik nu ook nog wafels bak
terwijl ik in een boek verdwijn
zal het zijn of ik traditie overpak
en wij zo lezend weer samen zijn.

zaterdag 10 maart 2018

Dokter Tom

Tijdens maanden uren dagen
mocht zij om jouw hulp vragen
om pillen die de pijn wel stillen
maar het lot nauwelijks vertragen

's Morgens vroeg of 's avonds laat
Je kwam, stond bij, was toeverlaat
en waarover geen mens graag praat
ging jij het gesprek aan adequaat

Je luisterde naar haar hart en zorgen
gaf aandacht en zuurstof voor morgen
Je hield halt maar nooit iets verborgen
en angsten zaten bij jou veilig geborgen

Ook op het einde begeleidde je haar
was je als een soort medewandelaar
was je haar hulp in woord en gebaar
was je als dokter en mens onmisbaar