maandag 22 september 2014

Bang

Ik ben bang om gauw oud te worden
zonder waarachtig te hebben geleefd
als een kast vol porseleinen borden
waaruit niemand ooit gegeten heeft.

Ik ben bang om alles te gaan verliezen
omdat het te weinig moeite heeft gekost
Mijn onmacht om echt te durven kiezen
maakt mij tot een belofte nimmer ingelost

Ik ben bang voor de spiegelende ogen
van mijn kinderen die vragen stellen gaan
en vrees de dagen dat zij vol mededogen
de rekening maken van een loos bestaan

Ik ben bang voor het verglijden van de tijd
het later dat onverbiddelijk kleiner wordt
Ergens wacht mij het drijfzand van de spijt
een luchtkasteel dat voortijdig is ingestort.

Mijn dorp voorgoed kwjit



Op de heuvel wierp de kerk
haar schaduw nors en breed
het dorp ademde Gods werk
ter troosting van al wie leed.
Echo’s uit een vaag verleden
bepaalden toen de schreden
maar de hartslag van die tijd
raakte m’n dorp voorgoed kwijt.

’s Zomers schreed de barones
hoogwaardig door haar kasteel
tot op een dag een roversmes
blauw bloed zocht in haar keel
Het verval van toen is gekeerd
Het park er rond is nu gegeerd
maar de hartslag van die tijd
raakte m’n dorp voorgoed kwijt.

Kermisklanken in de westenwind
drie kramen en een spiegeltent
waar iemand licht de liefde vindt
en iedereen nog zijn wortels kent
Die karavaan is lang vertrokken
vervangen door betonnen blokken
en de hartslag van die tijd
raakte m’n dorp voorgoed kwijt

Sneeuwval legde alle leven lam
straten zwegen, de kachel sprak
gierende kou die alle lust ontnam
antennes te verdraaien op het dak
De winter wordt netjes weggezout
niemand die van stilstand houdt
maar de hartslag van die tijd
raakte m’n dorp voorgoed kwijt

De seizoenen bloeiden in de rekken
bij de kruideniersvrouw om de hoek
Zij kon met gemak de noden dekken
schreef speciale wensen in haar boek
Supermarkten langs de grote wegen
wisten haar uit de markt te vegen
maar de hartslag van die tijd
raakte m’n dorp voorgoed kwijt

Het dorp was trouw aan de mentaliteit
veroordeelde wat het niet kon vatten
gemoedsrust van kleinburgerlijkheid
bij onmacht ging men zich bezatten
Toen rolde iets over die traagheid heen
verslond wat ooit voldoende scheen
maar de hartslag van die tijd
raakte m’n dorp voorgoed kwijt.


vrijdag 19 september 2014

Waterweg

Het water is gebroken
de geboorte is een feit
maar dit leven pril ontloken
heeft geen waterzekerheid

Oorlogen overspoelen land
met tranen warm en zout
terwijl alles dor ontbrandt
vecht hij voor zelfbehoud

Onder de loden blauw lucht
rimpelt de aarde als een huid
droogte drijft hem op de vlucht
naar waar de weelde luidt

Dauw trilt binnen handbereik
slechts een zee over te steken
maar de ironie is monsterlijk
het water zal hem breken.