woensdag 30 maart 2016

Het zijn

Het zijn ongerijmde tijden
met een zoetzuur gezicht
hoop en duisternis strijden
in verblindend tegenlicht

Het zijn emotionele dagen
balancerend in onevenwicht
iets lijkt te zwaar om dragen
iets heeft ons voetje gelicht

Het zijn onstuimige golven
storm die het hart ontwricht
Door onzekerheid bedolven
De blik angstig opzij gericht

Het zijn kansen op herijking
een leven in een ander licht
met een warme handreiking
naar wie mee de gaten dicht.

maandag 28 maart 2016

J&A, meisjes van veertig

Twee meisjes van veertig geloven niet in tijd Tussen uren en minuten maken zij geen onderscheid Ze spelen moeder de vrouw zijn hun gezinnen toegewijd Soms drijft tijd hen in het nauw maar da’s een tevergeefse strijd Twee meisjes vullen de dagen tot de nok en zonder spijt willen steeds de tijd vertragen gedijen best in eeuwigheid Twee meisjes zijn vriendinnen verweven sinds hun kindertijd met een eigen klok vanbinnen die niet maalt om vergankelijkheid.

donderdag 24 maart 2016

Troost

Na de verpletterende stilte
weerklinken eerst de vogels
Als antwoord op bommen en kogels
die uit waren op kilte

Na de afgrijselijke beelden
breekt er bloesem uit haar knoppen
laat de lente zich niet stoppen
door zij die laf de dood uitdeelden

Na de explosie van angst
rechten moedigen de rug
keert onwennig het gewone leven terug
krijgt de verhoopte haat een lauw ontvangst

Na dagen van verdwazing
kijk ik plots scherper om me heen
mijn omgeving heeft zoveel troost te leen
Er is weer ruimte voor verbazing.

Alzo spreekt het hart

Het hart wil graag spreken
over hoe het werd geraakt
wil de onmacht doorbreken
die haar nu misselijk maakt

Het wil iets doen, wil iets zijn
wil het evenwicht herstellen
als een antwoord op de pijn
en de vragen die ons kwellen

Als een reactie op die acties
harteloos en arm van geest
die in twee furieuze fracties
ons land hebben verweesd

Mijn hart zal duidelijk spreken
en kiezen waarvoor het slaat
Slag na slag de liefde preken
weg van verbittering en haat.

vrijdag 18 maart 2016

Welvoegelijk

Ik kleed me uit in woorden
in taal die schaars verhult
Schijn zoekt andere oorden
die overleeft beter bij tumult

Ik draag mijn winterveren
hou mijn takken bladervrij
Ik zie anderen zich afkeren
als ik zeg, kijk nu naar mij

Dus gauw mooi verbloemen
hul de naaktheid in een grap
stop met alles te benoemen
da’s alvast een goede stap

Woorden gaan weer stromen
verhalen van een vol bestaan
Want wij zijn niet als bomen
die er bladloos mogen bijstaan.

woensdag 16 maart 2016

44 vertakkingen

Gezaaid ooit lang geleden
Nu een boom in volle was
Met wortels diep beneden
en hier en daar een kras

Kruin met eigen vruchten
drie appels van de boom
Takken die soms zuchten
de ringen een palindroom

Mee wiegen met de wind
en buigen als het stormt
Binnenin zit nog het kind
dat de bast heeft gevormd

Halverwege hemel en aarde
een contour aan de horizon
Voor sommigen van waarde
als rustplek in de avondzon.

dinsdag 15 maart 2016

Belegen verzen 10

Sabine

Je nam mijn diep gekwetste voeten
haast teder in jouw doktershanden
Hoewel een professioneel ontmoeten
liet je even ontroering in mij landen

Vrauke

Met één knie
over een klink
was het geklonken
Eén gewricht
heeft mij ontwricht
en jou aan mij geschonken

Je bracht
hoop en toekomst mee
met een wil die kon bekoren
Je lange haren
lokten mij toch naar zee
tot mijn geluk
heb ik vaak van je verloren

Je liet me mild
de wereld anders zien
en waar het leven om draait
Je hebt de angst gestild
en voorbij mijn eeuwige misschien
het vaderschap in mij gezaaid

Nu zijn wij twee sporen
waarop we de kinderen vervoeren
richting hun eigen horizon
Maar ook in mij blijf je gloren
met gebaren die ontroeren
zoals alles lang geleden ooit begon.

Gulhartig

Verbluft hang ik in de touwen
Overschouw de generositeit
van schone sterke vrouwen
die jongleren met hun tijd

Ze scheppen en ze dragen
zeilen voorwaarts intuïtief
Ze schranken stil de dagen
hebben onvoorwaardelijk lief

Ze vervoeren en ontroeren
kussen jongenswondjes toe
kunnen alle mannen vloeren
maar ze sparen ons de roe

Ze zijn de bakens die branden
zodat ik nimmer te pletter val
Ze zijn de uitgestrekte handen
waarnaar ik altijd reiken zal.

Achter glas

Als vanonder een wateroppervlak
kijk je met wijdopen droeve ogen
Een verstikkend vlies blijkt strak
tussen jou en de wereld gebogen

Je glimlach van fragiel porselein
als verontschuldiging in je gelaat
is een strikje rond verzwegen pijn
van een vrouw die op barsten staat

Ik krab met woorden aan je wonde
forceer deuren zonder je te vinden
Iets richt jouw levenswil ten gronde
weerhoudt je de strijd aan te binden

In tranen kus ik je verstilde lippen
gebalde onmacht die binnendringt
Dan voel ik een zucht uit je glippen
Hoop die angstig naar buiten wringt.

Compostella

Op de weg naar Compostella
komt een man zichzelf tegen
zijn geweten zingt zo a capella
dat de weg wat door gaat wegen

Hij bidt tot God en alle engelen
Verlos me van mijn eenzaamheid
De heer laat hem helaas hengelen
maakt in stiltes geen onderscheid

Vermoeid verlaat hij het rechte pad
op zoek naar een aardser gesprek
Weg is het verlangen naar de stad
thuis wacht hem een warmere plek.

vrijdag 4 maart 2016

O ratten en muizen



Hoor daar tikt de regen
als vanouds
op ’t vensterraam
Plots gaat er iets wegen
wekt dat water
stil jouw naam

Zie daar vloeien tranen
in de handen
op mijn schoot
Via oude geheugenbanen
verrijs je na lang
terug uit de dood

Voel de tijd vertragen
het klokje tikt weer
nergens zo als thuis
Buiten razen regenvlagen
in mij weerklinkt je lied
van rat en muis

O ratten en muizen
We hebben zolang bijeen gewoond
Nu gaan we verhuizen
O ratten en muizen

Proef in die weinige zinnen
de eenvoud van een man
die beter wist
Die het kleine kon beminnen
omdat hij dat voor zichzelf
zo had beslist.

De regen stopt met tikken
De lucht zucht vredig
opgelucht
Met een lachje
stopt het snikken
een vaag verdriet
is weggevlucht.

donderdag 3 maart 2016

Jajacht



Een neen dat heb je
Een ja kan je krijgen
Uit angst voor het eerste
verkies ik vaak te zwijgen.

Dan zit ik met een neen
die nooit is uitgesproken
Dat wordt dan iets gemeen
zo creëer ik eigen spoken

De angst neemt enkel toe
om die ja nog na te jagen
Eens het interpreteren moe
begint het wrang te knagen

Dan wil ik het echt wel weten
en stel uitgesteld mijn vraag
Veel neens ben ik al vergeten
maar nooit die ‘ja, heel graag’.

woensdag 2 maart 2016

Kindertijd



Het leven op een drafje
geen tijd om stil te staan
huiswerk en een strafje
de juf niet goed verstaan

Snoepen, drinken, slapen
dan dromen van de maan
om ter meeste eitjes rapen
in alle regenplassen staan

Huilen, lachen, schreeuwen
trots het eigen wegje gaan
nooit moe zijn bij ’t geeuwen
vergeet elke vergoten traan

Groeien, stoeien en treuren
lopenlangsdelangelindelaan
zoveel dat er moet gebeuren
de ergste vijand is de kraan

Dan plots gaat alles vertragen
voelt de tijd wat vreemder aan
sluimert het eerste onbehagen
is de onbezonnenheid gedaan.

dinsdag 1 maart 2016

Hier en daar



Was ik daar geboren
ik was nu één van hen
vertwijfeld en verloren
op een pad dat ik niet ken

Toekomst stuk geschoten
Geen huis om terug te gaan
Weg naar Engeland gesloten
Enkel grens om voor te staan

Was ik daar geboren
dan was ik nu tot last
kwam ik geluk verstoren
van wie het beter past

De armen zijn dan dicht
waarin ik vluchten zou
ben ik ellende die ontwricht
ballast met kind en vrouw

Was ik daar geboren
ik zou ook willen leven
zonder bommen rond de oren
zonder leven te moeten geven

Met de wanhoop in de ogen
een vraag van mens tot mens
om het land binnen te mogen
dat paradijs met hoge grens

Maar ik ben hier geboren
en kijk met lede ogen aan
hoe de Europese ivoren toren
geen bruggen durft te slaan

Ik ben hier ooit geboren
Een speling van het lot
Een eeuw eerder geboren
dan was mijn hier even kapot.