woensdag 23 december 2020

Ruisen (lied)

Wat ruist er door het struikgewas
Ik wou dat ik dat zelf was
Een gedachteloze avondwind
die ruisen echt het einde vindt.
De wind die doet dat hemels goed
zo helemaal zoals het moet
nooit terug, altijd vooruit
Ruisen is een volmaakt geluid.
Ooit wil ik dat ruisen zijn
in het struikgewas op een dorpsplein
waar jij dan zit en stil geniet

van wat ik werd, een afscheidslied 

Hihihi Hahaha

 

Ik zag het leven

kansen geven

O, het was een wonder

Het was wonder, boven wonder

dat ik dacht te kunnen zonder.

Hihihi, hahaha

Ik stond erbij en keek ernaar

 

Ik zag mijn kinderen

hun weg uit vlinderen

O, het was een wonder

Het was wonder boven wonder

Doodnormaal en toch bijzonder

Hihihi, hahaha

Ik stond erbij en keek ernaar

 

Ik zag de dagen

aan de toekomst knagen

O, het was een wonder

Het was een wonder, boven wonder

hoe snel die dagen knagen konden

Hihihi, hahaha

Ik stond er bij en keek ernaar.

 

Ik zag heel velen

liefde delen

O, het was een wonder

Het was wonder, boven wonder

hoe zij liefde delen konden

Hihihi, hahaha

Ik stond erbij en keek ernaar.

Woorden als planken

 

Woorden als planken

om bruggen te slaan

die gebrekkig verklanken

hoe alleen we soms staan

 

Maar hoe mooi ook geschreven

Hoe waar ze ook zijn

Ze zijn niet het leven

Geen pleisters op pijn

 

Ze verhullen de stilte

De spaties in wit

Maar bedekken niet de kilte

die na verlies in ons zit

 

De woorden zoeken zin

om samen aan te schrijven

om niet als mens binnenin

zonder betekenis te blijven.

Najaarszon

 Zittend in de najaarszon

kom ik als vanouds weer bij jou
Naast mij is een plaatsje vrij
voor als je alsnog komen zou.
In gedachten deel ik mijn verdwalen
terwijl je breinaalden mompelend tikken
Een leven lang spraken we andere talen
maar we verstonden elkaar met blikken
Je ogen zal ik nooit meer zien
maar je stilzwijgen voelt goed
Alsof ik je zegen nu pas echt verdien
jouw warse zoon jouw nog kloppend bloed.

Allebei

Even naar de bib

voor films en 

een nieuwe strip

met daarna onverhoopt 

nog één keer een ijsje

nu de vakantie 

op haar laatste dagen loopt.


Hij zou met mama gaan

maar nu ik daar onverwacht

ook blijk te staan, 

kan het net zo goed met mij

Dus zeg ik ondoordacht:

Je kan kiezen tussen

ons allebei.


De woorden vallen mij

koud op het hart 

als ik zie hoe mijn

goedbedoelde domheid

hem verwart 

en met zoen op zijn hoofd

neem ik gauw mijn biezen

zodat hij niet hoeft

te kiezen en te verliezen.


Alles is nu anders,

zo ongrijpbaar anders dan toen,

nu  zelfs de onschuldigste woorden

mijn jongen verdriet kunnen doen.

 

Stadswandeling

Jouw hand glijdt in de mijne
Een grote vragende en een gevende kleine
En samen huppelen we door de stad
Langs plekken waard om te ontdekken
en bomen te tellen aan het Tweewaterspad.
Jouw ogen sturen de mijne
en ik vertel je over het vele verdwijnen
over tijd die geen tijd te verliezen heeft
over bouwwoede die De Vaart niet spaart
en hoe Maria elke dag Leuven haar zegen geeft
Jouw woorden haken heerlijk in de mijne
en samen laten we het leven weer rijmen
vinden de oude stadspoorten naar elkaar
nemen alles wat ons lief is graag voor waar
en likken ons gelukkig langs Leuvense pleinen.

donderdag 3 december 2020

Er is nog

 Er zijn nog

ondoordringbare wouden
en houthakkersbossen
waar elfjes je helpen zouden
en kabouters rond je voeten crossen.
Er zijn nog
maanzwangere nachten
waarin heksen uitvliegen
en weerwolven wachten
om de onschuld te wiegen
met vereende duistere krachten.
Er zijn nog
prinsen en prinsessen
die slapen en strijden
na het wetten van hun messen
om ons van onrecht te bevrijden
of wiens nog lang en gelukkig levenslessen
we met een gretige jaloezie benijden.
Alles is er nog
onder het beton van de steden
achter de haast van het heden
in het afschrijven zonder reden.
Alles is er nog
in de naakte, vermoeide mensen
in hun pure wat wil je echt-wensen
in wat zich niet door geld laat begrenzen
Alles is er nog
De antwoorden in de wind
De verwondering van het kind
Alles is er nog
Kijk met oude ogen en hervind.

dinsdag 1 december 2020

De lucht hapt naar adem

 De lucht hapt naar adem

De aarde zit aan de grond

Met z’n allen op een vadem

en een doekje voor de mond.

 

Neerslag valt in het water

Het vuur verliest zijn elan

De toekomst is voor later

Nous sommes en attendant

 

De morgen wil niet krieken

De tunnel zoekt naar licht

Uit angst voor al die pieken

zijn we binnenwaarts gericht

 

Maar de zorgen zullen baren

en de wind neemt alles mee

Hoe blind we nu ook varen

ergens wacht ons de open zee.