zondag 29 november 2020

Jij mag

 

Soms hangt de mist in de bomen

en zwijgen de vogels op hun tak

Maar ook dan mag je bij me komen

en strijken we samen de plooien vlak

 

Soms roept de uil eenzaam in de nacht

en vallen de sterren uit hun verband

Maar weet dat ik dan ook op je wacht

vol liefde en met een uitgestoken hand

 

Soms ben ik onvindbaar voor een tijd

Zwem ik rondjes ergens uit het zicht

Maar ook dan ben je mij niet kwijt

blijf ik diegene die aan jou te denken ligt

 

Soms trekt het leven zelf ons uit elkaar

zeg ik niet de woorden die ik zeggen wou

Maar zelfs dan alsjeblieft kom toch maar

want al mijn wachten is een wachten op jou.

zaterdag 28 november 2020

Kerst 2020

 Dat wil je niet wezen

Da’s moeilijk om dragen

Die zijn die ze bij kerst

als de eenzame vragen

 

Want ook al ben je welkom

Wordt je behoefte gehoord

Je komt toch tot de slotsom

er is geen plek waar je hoort

 

Na dat feestje buitenshuis

op kerstvrolijkheid vergast

wacht dan weer dat stille thuis

waar slechts jij en jij alleen in past.

Eigen geluk

 Veel moet ik haar leren

dat misschien nooit lukken zal
Maar wat zou haar dat ook deren
Het allerbelangrijkste kent ze al
Want op de vraag
Wat maakt jou gelukkig?
antwoordt zij
Gewoon wie en wat ik ben.
En inderdaad
nooit is ze boos of nukkig
Zij is veruit het meest
tevreden zonnetje dat ik ken.

Huidhonger

 De huid vertraagt

en vraagt meer tijd
om de plooien
der vergankelijkheid
weer glad te glooien
tot naakt verzoek
om tederheid.
De jaren en de wind
hebben de strakheid
van het kind
gegroefd, verweerd
en al dan niet bemind
de wetten van de
zwaartekracht geleerd.
Maar de hunker blijft
drijft van binnenuit
het verlangen om huid
aan huid die ene zin te
mogen vangen die een
mens zonder woorden schrijft
als hij zijn liefde strelend
en helend in de ander wrijft.

maandag 23 november 2020

Winterslaap

 

Ik laat mijn haren groeien

en ik prop mij vol met vet

Ik voel leegte in mij vloeien

De lange winter is ingezet

 

De weerstand geeft zich over

Het licht verliest aan kracht

Ik dek me toe met gevallen lover

terwijl het duister op mij wacht

 

Ik rol mijn lichaam tot een bol

Tel mezelf als verloren schaap

Geborgen in dit mentale hol

begin ik aan mijn winterslaap

 

Het hart op de laagste stand

Het hoofd vol verstilde dromen

Tot op een dag de zonnekant

mij weer tot leven laat komen.

donderdag 12 november 2020

Al wat niet mag

 

Een oude vrouw in de avondzon

vouwt de handen in haar schoot.

Zo bidt ze tot gans het pantheon

voor een wereld in ademnood.

 

Een meisje zingt een avondlied

over geloof in een beter morgen

en hoopt dat het wat troost biedt

voor de vrouw haar rimpelzorgen

 

Dan zoent ze de handen in de schoot

en blaast er zachtjes lieve woordjes in

Gebaren die men sinds kort verbood

maar zo nodig voor een nieuw begin.

 

De nacht valt en het wordt al koud

Dan wandelen ze weg arm in arm

Ze doen wat niet mag en alles fout

maar in hen gloeit het heerlijk warm

Doorndoosje

 Doornroosje in een doosje

zou dat nu niet goed verkopen?

Een prikje en dan een poosje

op andere tijden liggen hopen

 

Of een ritje met sneeuwwitje

in een slee met zeven dwergen

en dan zoeken in elk appelpitje

waarom geluk zich wil verbergen.

 

Of doe maar een uitstapje met roodkapje

op anderhalve meter van de wolf

en dan jagertje spelen met mondkapje

als een sprookjesprins in deze coronagolf.

woensdag 11 november 2020

Ten afscheid

 

Toen hij jou ten afscheid kuste

op jouw lange reis alleen

naar een plek om uit te rusten

besefte ik er is geen een

ooit zo dicht bij jou geweest

in jouw goede en kwade dagen.

Hij heeft zoekend maar onbevreesd

mee jouw trieste lot gedragen.

 

Hij heeft wijn met je gedronken

De laatste sigaret met je gerookt

Hij heeft jouw troost geschonken

en je groenten tot soep gekookt.

 

Ook nu jij er niet meer bent

kruisen onze wegen nog elkaar

Voor jouw geluk met hem gekend

ben ik hem eeuwig dankbaar.

dinsdag 10 november 2020

Geld telt

 

Het geld niet hebben

dat je betalen moet

Dat knaagt aan je ribben

Dat vreet aan je gemoed

 

De emmer raakt dan vol

en de ijskast die loopt leeg

Je wist niet dat je uit een tube

tandpasta zoveel restjes kreeg

 

Je leeft moedig voor de schijn

en voor de ogen van je kinderen

Het kan allemaal veel erger zijn

en je kan altijd ergens minderen.

 

Zo graaf je gestaag een put

waarin je niet mag gaan zitten

Want elke last heeft vast zijn nut

Het leven kent nu eenmaal vele ritten.

zaterdag 7 november 2020

Verboden te betreden

In mijn hoofd zit je

achter zoveel deuren

Soms als een stil

veelzeggend beeld

Soms als goudgele geuren

of een kind dat domino speelt

en mooie en trieste herinneringen

haasje-over met elkaar

laat springen.

 

Dan raas je met een toorts

door de kamers van mijn hart

Als een soort latente koorts

die mijn lamme goedzak hart verwart

en lacht met de muurschilderingen

waarvan ik dacht dat ze uit

wederzijdse liefde waren aangebracht.

 

Daarom hang ik

wel eens op die deuren

‘Verboden te betreden’

Er is gebeurd

wat moest gebeuren

en nu niet zeuren

er zijn er genoeg

naar een ander heden.

vrijdag 6 november 2020

Zij maakt mij

 Ze is huilend weggelopen

van een spel niet echt van tel.
Ik heb tot mijn spijt
op haar geroepen.
Het geduld heel even kwijt.
Dat had niet gemoeten.
Dat heb ik haar gezegd.
Want huilen is een recht.
We praten over verliezen
Hoe moeizaam ik dat heb geleerd.
Maar ze zucht: papa, dit zie je nu verkeerd
Want verliezen kan ik al
Het zijn flauwe reacties van anderen
waar ik steeds weer over val.
Ik zeg dat ik dat begrijp
Zoiets is nooit echt fijn
en daar in elkaars armen
worden voor even even klein.
Ik zeg sorry voor het roepen.
Dat had echt niet gemoeten.
Zij zegt: ach je bent om van te snoepen
Een soms zelfs een veel te suikerzoete
Je bent de liefste papa die ik ken.
Ik besef ineens: Zij is het die maakt
dat ik de beste versie van mezelf ben.

donderdag 5 november 2020

Volle rugzakjes

 Heel wat rugzakjes

zitten nu al overvol
Bussels geknakte takjes
Muizenissen in hun bol.
Niemand mag het zien
Ze moeten het maar dragen
Wat hier telt, is hoeveel op tien
Geen reden toch tot klagen
Soms breekt een rugzak open
Dan krijgen wij een levensles
In wat soms fout kan lopen
Inzicht scherper dan een mes
Dat zij ruimte hebben tot leren
zegt iets over hoe sterk ze wel zijn
Dus laat ons vooral blijven proberen
oog te hebben voor verborgen pijn

Een minuut of tien

Ik geloof niet in een hemel
Of in een leven na de dood
Jouw heengaan was een deur
die zich onherroepelijk sloot
Maar stel dat je mocht komen
één keer in een sterrenloze nacht
in het grensgebied der dromen
door een soort mysterieuze kracht
Dan hoop ik dat je
al is het maar een minuut of tien
de pracht van jouw kleinkinderen
weer ten volle zou kunnen zien
Ze zijn te mooi voor woorden
Jij zit zo heerlijk in hun bloed
Dat is wreedste, wat echt niet hoorde

dat jij hun groeien missen moet 

Verloren brood

 In de geur van verloren brood

zit parfum van hervonden geluk
Hun wangen kleuren herfstrood
Het zijn oogappels stuk voor stuk
Hun lachjes rollen af en aan
We spelen een vrolijk kwartet
dat terug vrij durft op te staan
na een jaar zo overhoop gezet
Ook al zal alles hier straks verstillen
word ik weer die tegen mezelf prater
Dit is geen terug naar vroeger willen
Dit zijn stappen naar een beter later