zondag 27 september 2020

Zakdoekje

 Een zakdoekje

als een propje
in haar mouw
In haar ooghoekje
soms een traan
die ze niet vergieten wou.
Een zuinig mondje
dat de dure woorden
liever binnenhoudt
In het hart een wondje
omdat ze liever enkel
met God was getrouwd
Schuifelende voetjes
die haar vlijt en zorg
gedienstig dragen
Er zijn zoveel moetjes
die elke dag om
haar aandacht vragen.
En altijd een glimlachje
als een soort sorry
om de lippen
en een ja dat mag je
als ik haar oude armen
wil binnenglippen.
Ze is wie ze is.
Ze is al lang niet meer.
Ze is een warm gemis.
Ze is de verloren
eenvoud van weleer.

zaterdag 26 september 2020

Vader getaand

 Ik kijk in de spiegel

mijn vader genaamd
die ondanks gepriegel
zich nergens voor schaamt.
Praten wordt moeizaam
en woorden verdwijnen
Dat proces gaat langzaam
maar in onomkeerbare lijnen.
Hij plukt gewoon de dagen
telt de zegeningen die er zijn
Om meer wil hij niet vragen
en doet braaf water bij de wijn.
Ik kijk in de spiegel
mijn vader genaamd
Er is nog veel om te leven
ondanks het vele dat taant.

Ik knip

 Ik knip wat wolkjes

uit de lucht
en plak ze op een blad
En plots zit hier
een oude kat
die net nog buiten zat.
Er zingt een merel
in het open raam
en het buurmeisje
danst bellen blazend
op een kronkelend pad.
Voorwaar ik ben geen tekenaar
maar ik schets u hier een zomerdag
die u nu naar believen
met eigen woorden voort inkleuren mag.

Rolluiken

 Een oude vrouw

trekt met een rolluik
de dag op gang
De slaap nog in haar ogen
en gerimpelde appeltjes
als wang.
Ze ziet twee schoolmeisjes
aan de overkant van de straat
die wachtend op de bus
de wereld vergeten
dansend in de maat.
De lage septemberzon
legt amber
over hun wiegende haren
en giet weemoed in de blik
van de vrouw die staat te staren
naar de lichtheid en de onschuld
zoals die kan gloren
als de schaduwen van de toekomst
nog netjes zijn verhuld.
Dan neemt een autobus
de meisjes met zich mee.
In de oude vrouw
zakt stilletjes
een rolluik terug naar benee.

We zijn wie we zijn

 We zijn wie we zijn

deels door de tijd
waarin we leven.
Maar zouden we
zo anders zijn
als ons een andere
tijd werd gegeven?
Die goede van toen
of die verre van de romeinen
zouden onze kleine kantjes van nu
dan logischerwijs weer verdwijnen.
Of is er voor ieder van ons
een tijd waarin hij
het beste past,
waarin een bepaald talent
een zege is en in alle andere
tijden verleer een last?
Of zijn we wie we zijn
los van de tijd waarin we leven
En zou ik dus ook als piraat
het liefst vanuit het kraaiennest
commentaar hebben gegeven
bij het bloed dat vloeit
en de verre dageraad
omdat doden mij
als mens niet boeit
en ik altijd liever aan woorden
de overwinning laat?
Of zou ik vechten
als een goede tegen de slechte,
want dat zit ook in mij,
en wie weet maakt een bepaalde tijd
dat in elk van ons wel vrij.

zaterdag 12 september 2020

Opgroeien en knoeien


Basketbalschoenen
en een houthakkershemd
Denkbeeldig zoenen
puberaal malcontent
De oorlog was koud
De herfst politiek heet
In hart en nieren scout
met een kompas dat het niet deed
Het was opgroeien en knoeien
tussen platteland en stad.
Het was vuil water zien vloeien
na het verplichte zondagbad.
Pins op de lederen vest
Make love not war
Muziek als vriendschapstest
My favorite matchbox car
Haren vol nivea-crème
Verschaald bier in de hand
Anders en normaal willen zijn
CCC vooraan in de krant
Het was opgroeien en knoeien
in een waas van pastel polaroid
Het was dromen en verfoeien
een spartelen in onvoltooid
De werkelijkheid nog zwart wit
De schooldagen lang en grijs
Woensdagen met een pak frites
en zaterdag pens met appelspijs
Niemand was al dood
Er vlogen zwaluwen bij de boer
Ergens ver weg was hongersnood
Reagan en Brezjnev deden stoer
Het was opgroeien en knoeien
aan de vooravond van een nieuwe tijd
Met oude denkbeelden als handboeien
waaruit men zich slechts moeizaam bevrijdt

Picasso

 

Zijn mensen hangen met haken en ogen aaneen twee verloren oren een brug van een rug en hier daar een been

Anderhalve billen
die luttel bollen willen
armen als darmen
en voor het evenwicht
behoorlijk veel teen

Tenslotte een elleboog
en een knokige knie
als noodzakelijk scharnieren
Telkens ik een Picasso zie,
denk ik: hoe kun je
met zoveel hoekigheid in je blik
toch het volle leven vieren?

zaterdag 5 september 2020

Antwoordapparaat

 Jouw stem

hoor ik het vaakst
op mijn antwoordapparaat
omdat ik
als jij mij wil bereiken
ik het bijna altijd bellen laat.
Nooit klink
jij dan boos
je wil gewoon weten
hoe het gaat
met je zoon
die zelf met drie kinderen
in het volle vaderleven staat.
Je zeurt niet
en je zaagt niet
ook niet nu je lichaam
te wensen overlaat
en als je weer niet
weet wat gewenst is
vraag jij mij
om goede raad.
Ik handel al te vaak
vanuit de waan
dat ik later wel
met je praat,
als ik tijd heb
en mijn eigen leven
niet zo te dringen staat.
Maar ik weet
ooit blijft het stil
spreek je niets meer in
op dat antwoordapparaat.
En ik besef nu al
dat ik mezelf
dan zal vervloeken
om mijn eeuwige te laat.

donderdag 3 september 2020

Vingerknippen van de tijd

 Nu ik

zelf niet meer piepjong
terugkijk op jouw leven
van je kinderjaren
over kinderen baren
en ze kansen geven
van weg gaan, alleen staan
terug geluk nastreven
en einde loopbaan
tot finaal
dat abrupte einde
aan jouw verhaal,
besef ik pas echt
met welke snelheid
een mensenleven
wordt beslecht.
Onze aanwezigheid
zijn een paar
luttele vingerknippen
van de tijd.