woensdag 7 februari 2024

Seren

Een meisje onzichtbaar van streek

houdt zich amper nog staand.

Ze lijdt in gesmoorde stilte en bleek

aan wat blijkt de cyclus van de maand.


Geen onvertogen woord

Geen vraag om haar bij te staan

Ze doet wat ze denkt dat hoort.

Sterk wezen en lijdzaam ondergaan.


Ze weigert wat stillen kan

en raapt zichzelf telkens bij elkaar

Ik kijk toe als onervaren man

 maar weet: ware ik haar, ik was onhandelbaar.

 

Stel je even voor

 Stel je voor, gewoon heel even

je hebt een huis, werk en een gezin

je hebt wat je noemt een typisch leven

en dan klopt plots op je deur de waanzin.


Want de geschiedenis roert zijn staart

vraagt weer oog om oog en tand om tand

veegt alles opgebouwd bruut van de kaart

en maakt jou tot vluchteling in je eigen land


Zo eindig je misschien op het strand van Oostende

je kind en jij onbeschut, geen kant meer uit te gaan

Heel de wereld weet ondertussen van jouw ellende

maar kijkt weg en wacht tot het werk is gedaan.


In het zuiden van Gaza, in het stadje Rafah

gaan op die manier een miljoen mensen door de hel

Ook daar gaan weer nieuwe doden oude achterna

allemaal uit naam voor de veiligheid van Israƫl.


Meisje

 Een meisje met lang haar,

ogen wild en onbevreesd.

Een dag lang, heel even maar,

was ik  dat graag eens geweest.


Getooid in een stoere salopette

en laarsjes met een houten hiel

Dat het lachend op een lopen zet

omdat er iemand voor haar viel


En hoe zij dan de wind ervaart

op haar wangen blozend rood

Dat had ik dan in mij bewaard

en alleen gebruikt in hoge nood.