zondag 4 juli 2021

Waar ga je heen mijn blauwogige zoon?

Waar ga je heen, mijn blauwogige zoon?

Waar ga je heen, zo kwetsbaar en schoon?

Ik ga naar werelden hier ver vandaan

virtueel, onsentimenteel

om er monsters te verslaan.

Ik ga stoppen met willen, enkel chillen

en dromen van zonnen op de maan.

Ik ga oude beelden voorgoed stallen

en wachten op de harde, harde, harde regen

die zal vallen.

 

Waar ga je heen, mijn blauwogige zoon?

Waar ga je heen, zo kwetsbaar en schoon?

Ik ga naar een morgen zonder gloren

zonder moeten en wroeten

waaruit niets van waarde werd geboren.

Ik ga naar landen met welkome handen

en een mensvolk van herbivoren.

Ik ga oude beelden voorgoed stallen

en wachten op de harde, harde, harde regen

die zal vallen.

 

 

Waar ga je heen, mijn blauwogige zoon?

Waar ga je heen, zo kwetsbaar en schoon?

Ik ga voorbij de horizon die de jouwe was

los van loze macht en zwaartekracht

los van het leven om de eigen as.

Ik ga de dagen uitdagen

louter liggend in het ongemaaide gras.

Ik ga de oude beelden stallen

en wachten op de harde, harde, harde regen

die zal vallen. 

In de monkel

 In de monkel om je ogen

In de fonkel van je lach

zit het kind nooit echt vervlogen

zit een wind die zingen mag.

 

In het zilver van je haren

In het vrolijk spiegelbeeld

zie je zelf ook wel de jaren

maar ook hoe weinig rol

dat eigenlijk speelt.