vrijdag 6 september 2013

Mechelsestraat 1991

In de vrieskou van de kamer
dampt je lome lichaam na
Je borsten blank en romig
zuchten zwaar boven de dekenrand.

Onze lichamen hadden elkaar
zonet beter verstaan dan ze ooit
binnen de relatie hadden gedaan

Een punt. Afscheid door versmelten.
Sneeuwvlokken dwarrelen ons dan toe.
Je lacht nog éénmaal en veel te moe
droom je ons weg in vergetelheid.

Met postcoïtale sluitertijd leggen
mijn ogen dit beeld voor altijd vast.
Verstilde schoonheid toen
tussen de vingers gegleden
verrijst nu overbelicht
weer in het heden.
Op deze zomerdag heb ik
heimweewinterlast
naar lenteliefde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten