woensdag 26 augustus 2020

Onderweg

 Een jongen

zet heel summier
wat woorden op papier.
Jij weg. Ik hier.
Het leven is twee keer niks
nu het jouwe is gedaan
en ik alleen moet gaan.
Een hartje en een X.
Hij plooit de brief
aan onvoorwaardelijk lief
tot boot en zet hem
in de sloot die haar
verzoening bood
in de jaren
toen ze nog dachten
dat die onbeperkt waren.
De jongen sluit de ogen
en telt traag tot tien.
Dat het bootje
naar beneden wordt gezogen
heeft hij dus niet gezien.
Hij droomt zijn woorden mee
met het rimpelende water.
Onderweg naar zee.
Onderweg naar later
Onderweg naar haar misschien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten