donderdag 28 mei 2020

Nieuwe ruiten

In de krullen van haar haren
In de monkel rond haar mond
laat zich de morgen openbaren
dat de vrouw tevoorschijn komt.
In het zwijgen voor het spreken
In het knipogen zoals een man
lijkt mijn meisje haast geweken
alsof tijd haar zomaar roven kan
In het dwarse van haar vragen
In de armen die mij omsluiten
voel ik nog vaag vervlogen dagen
maar ook nieuw geopende ruiten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten