woensdag 1 februari 2017

Waar de wind waait (2)

De vlakte wacht.
De hitte weegt.
Het desolate landschap
galmt in de man tot vertwijfeling.
De witte wolken puffen
richting horizon. Vastberaden.
In hun zog stapt de man
zijn honger achterna.
Hij draagt herinneringen
als kinderen in zijn armen.
Beschermt ze tegen het harde zonlicht
uit angst voor verbleking.
Al het geel rondom was ooit groen.
Toen de vrouw in de bergen
geen wolken huilde.
Maar een rivier.
Voor hier.
Maar de wind waait
de herinneringen uit zijn armen.
Wijst hem terecht. Wijst hem de weg.
Halverwege de vlakte botst
de man op een bord.
Daarop zinderen verschoten letters.
ONDERWEG.
In de schaduw van het bord
zit een kind.
Dat hem niet aankijkt
Het houdt zijn hand voor
tot een vraag die zich
niet laat negeren.
Waar is mijn eten?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten