zondag 30 oktober 2016

Notenboom

In onze wittebroodsjaren
halverwege het gazon
liet iets zich openbaren
in de zachte avondzon


Een onooglijk smalle stam
één blaadje aan een tak
Onbekend hoe hij daar kwam
maar hij stond op zijn gemak

Hij leek uit het niets gezaaid
Hij vond zichzelf een feit
Telkens hij werd weggemaaid
begon hij een nieuwe strijd

Ondergronds rechtte hij zijn rug
klaar om in vervulling te gaan
Elk voorjaar kwam hij dan terug
in de hoop er nu te mogen staan

Nooit heeft hij één noot gedragen
maar hij had er veel op zijn zang
Hij bleef voluit zijn kansen wagen
heel onze wittebroodsjaren lang

Vreemd hoe dit stukje natuur
dat ik keer op keer heb gedood
dankzij een volharding zo puur
toch in mij alsnog wortel schoot.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten