donderdag 30 april 2015

Surrealistisch lief

Zij trekt de wolken op flessen
verpoedert stralen van de zon
buigt barsheid met souplesse
wast zonden in een regenton

Zij wikt alles wat er gaat wegen
vist gevallen sterren uit de zee
is bronstige blikken welgenegen
draagt het geluk in pakjes mee

Zij knipt lichtjes in de ogen aan
buigt regenbogen tot een recht
laat twijfel in spagaat gaan staan
schudt regenvlagen uit de vlecht

Zij wiegt de wereld in haar hand
verbloemt littekens op mijn huid
vraagt het hoofd als onderpand
en wijzigt mijn wil van binnenuit.

woensdag 29 april 2015

Opwarming

Op het verlaten plein wiegt een plataan
waar namen als kreten in staan gekerfd
van zij die als jongeling zijn weggegaan
omdat dit dorp geen toekomst overerft

Woestijnwind wervelt tussen de huizen
snijdt de oude dorpelingen de adem af
rimpelbesjes schuiven over de plavuizen
trekken met hun dorp op naar het graf

Akkers krommen zich in uitgeputte voren
niemand die nog zaait niemand die baart
hoop heeft van zijn tegenhanger verloren
hitte hertekent voorgoed de wereldkaart

Zand looit de huid van zij die achterbleven
roest de raderen tot het dorp finaal stokt
De plataan besluit zijn bladeren af te geven
nu hij niemand meer met zijn schaduw lokt.

dinsdag 28 april 2015

De eerste ruzie

Ze zwijgen, voorbij kwaad
Ondanks de taal die ze delen
valt niet te verhelen
dat praten niet baat.

Ze overdenken hun woorden
hoe ze gespuid vanuit liefde
de ander toch griefde
omdat die
er iets anders in hoorde.

Ze zoeken terug vertrouwen
los van spreken een teken
een goedig soort hand uit steken
om het contact weer op te bouwen

Maar ze vinden aarzelende ogen
die vragen amper verdragen
waarin ze zich wijfelend wagen
nu taal in onmacht is omgebogen

Met blikken die blozen
laten ze lippen zwijgen en zoenen
het lichaam de geesten verzoenen
wordt het onuitgesprokene verkozen.

maandag 27 april 2015

Woordje gezocht

Ik zoek een woordje
om in te schuilen
zonder verlangen
om uit te huilen
 
Ik zoek een woordje
om in thuis te komen
alleen en niet eenzaam
om in leeg te stromen

Ik zoek een woordje
als een donzig deken
waarin stilte ademt
los van 't loze spreken

Ik zoek een woordje
als behaaglijke huid
waarin het kleine geluk
vol tevredenheid fluit

Ik zoek een woordje
met plaats voor jou
om in lepels te liggen
tegen wereldse kou

Ik zoek een woordje
voor op de brievenbus
Geen post meer nodig
wij wonen nu in knus.


zaterdag 25 april 2015

Uitgeleukt

Op een dag zullen we
uitgeleukt zijn
dan wordt leuk jeuk
die onderhuids waart
en ons aanstaart.

Dan wordt leuk
de lach van een clown
hysterisch euforisch
met een ondertoon van down

Dan zal leuk verbrand zijn
onkies in een wereld vol verlies
brandmerk van de onwetenden
en maakt het zijn gebruiker vies.

Dan zal leuk een badstop blijken
die overvloed ophoopt tot een vloed
die ons dwingt in de diepte te kijken
voorbij onze ooglappen van overmoed

Als het die status heeft bereikt
zal leuk plots weer leuk zijn
een weerhaakwoordje
een verlossend tegengif
voor chagrijn.

vrijdag 24 april 2015

Wij zijn niet on

Wij zijn metelijk
ik meet mij aan jou
ik meet mij jou aan
en omgekeerd
Ons meten is weten
hoeveel wij mag bestaan

Wij zijn verdraaglijk
ik verdraag je
ik draag je ver
en omgekeerd
Wij dragen elkaar uit
zonder valt de ander omver

Wij zijn leefbaar
ik leef voor jou
ik leef jou voor
en omgekeerd
Ons leven is geven
twee rails van een spoor

Wij zijn uitputtelijk
ik put uit jou
ik put jou uit
en omgekeerd
Ooit is ons wij uitgeput
rest er enkel besluit.

maandag 20 april 2015

De zee van Middelland

De zee is zout
als een mensentraan
De zee is koud
voor hen die er vergaan

De zee geeft
hoop aan de have(n)lozen
De zee neemt
node eenmalige matrozen

De zee deint
terwijl een mens verstomd
De zee schrijnt
het zout in open wond

De zee spiegelt
ons een onwaardig lot
De zee wiegelt
onze eigenwaan kapot

De zee zwijgt
zo onverdraaglijk luid
De zee stijgt
neemt ooit wie nu uitbuit.

zaterdag 18 april 2015

Zelfportretje


 De spiegel weerkaatst een nerd
met brilletje en lichtjes kalend
met een zelfbeeld dat zeurt
over een lijf al volop tanend

Gelaat met beenderen van juk
die de magerte makkelijk dragen
grillige schouders waarop geluk
verkruimelt en vervliegt in vlagen

Voor de winter die ooit komt
legt de buik een voorraad aan
De spiertonus is wat verstomd
de strakke evenaar naar de maan

Al dat amorfe wordt wel gestut
door lopersbenen op ranke voet
zij dragen dit lichaam uit de put
dat 's ochtends de spiegel groet.

vrijdag 17 april 2015

DeMENSie



 
Ik zoek het meisje in je ogen
maar je blik is zacht en leeg
Je draagt je lijden ingetogen
alsof je daartoe opdracht kreeg

In je hoofd ben ik een vreemde
je eigen bloed dat water werd
Je bent een geestelijk ontheemde
die de weg naar zichzelf heeft versperd

Je sterft traag van binnenuit
een pacman die je ik opeet
en heel je wereld buitensluit
je achterlaat in eenzaam leed

Plots noem je mij toch weer bij naam
ben ik even ik en jij terug jij
Ergens daarboven open je een raam
komt er een stuk verleden in jou vrij

Vuur dat maar niet doven wil
Lichaam dat de ziel overleeft
Als ik jou die avond in bed til
denk ik, je hebt te lang geleefd

donderdag 16 april 2015

Wij





Wij voeden op
Wij voeren uit
zorgen non-stop
voor elke spruit

Jij als moedervrouw
en ik als vaderman
zonder ring van trouw
of groots toekomstplan

Als twee-eenheid gestart
met een drietal uitgebreid
dat zich roert in ons hart
om onze aandacht strijd

Wij zijn samen voor
gescheiden al ‘ns tegen
Zit de ene er even door
komt de ander welgelegen

Wij zijn wel wat verloren
als geliefden voor elkaar
trekken nu diepere sporen
als liefhebbend ouderpaar

Wij ontdekten een ander wij
dat groeide door te delen
en dat hopelijk zonder averij
nog lang zijn rol zal spelen.

woensdag 15 april 2015

Vlinderpop





De zon strooit haar goud uit
zet bloemenjurken in bloei
Frivoliteit die omhoog spuit
ik geef me over en vervloei

De lucht zo laveloos en licht
streelt alles wat zich ontbloot
Lichamen tonen weer gezicht
en heupen wiegen als een boot


Geur van zonnemelk en zweet
tot mengsel zomerse zaligheid
Lust die uit zijn schaduw treedt
bij al die wulpse vrouwelijkheid

Verlangen dat vanuit de kern trilt
de winter barst finaal uit de knop
voor lang zakt het schaamteschild
voorbij is onze tijd van vlinderpop.

dinsdag 14 april 2015

Saudade 1981







Het was in de grijze jaren tachtig
overvloedige regen op het raam
Het koude denken nog almachtig
en wereldleiders wilsonbekwaam

De recorder draaide tussen de ruis
sobere klanken van een levenslied
het ideale gezin lag al lang in gruis
de cassette onderging mijn repeat

Dat het zonlicht niet meer scheen
zongen Terra en ik op mijn negen
Dat het geluk voorgoed verdween
en de kinderdromen ketens kregen  

Er vloeide saudade in mijn bloed
en de zon verbleekte bij de maan
in mij heerste woelig eb en vloed
de draaglijke lichtheid tenietgedaan.

maandag 13 april 2015

Heuvelland



Heden niets te melden
Windstil in mijn hoofd
Rondom verlaten velden
de dag die duister dooft

Morgen wacht met komen
Mijn hart klopt rigoureus
De wijdse onderstromen
leggen lente in mijn neus

Onder aangestampte aarde
ligt er onschuld opgebaard
de tijd die niemand spaarde
werd door oorlog verzwaard
 
Maar de heuvels zwijgen mild
zachte schouders om te leunen
het landschap vergoed verstild
op oude bomen na die kreunen.