vrijdag 15 juli 2016

De wind waait

De herfst heeft me nooit gelegen
korte dagen en zoveel regen
waar ik mij dan door moet jagen
als een hond net straf gekregen

En de winter
slaat haar wonden, ontbindt
haar duivels onomwonden
tot de lente wint aan kracht
als voorspel
van waar ik echt op wacht

Refr:

De wind waait de hemel schoon
Het kind voert nu de boventoon
in mij
Want de zomer zaait op fluistertoon
zijn zomaar tot iets doodgewoon
in mij

Het leven mag wat lichter wegen
Nu en dan eens vleugels geven
Aan jouw streven aan jouw dagen
Zodat jij je weet gedragen

Maar het stormt in je hoofd
Alsof jij mij niet gelooft
Dat na het razen kalmte komt
en elk verdriet ooit verstomt

Refr:

De wind waait de hemel schoon
Het kind voert nu de boventoon
in jou
Want de zomer zaait op fluistertoon
zijn zomaar tot iets doodgewoon
in jou

We dromen samen wat moet komen
geven namen en een onderkomen
aan de liefde en haar kuren
Maar ook twijfel, blijft dit duren

Want geluk is een kleine vogel
kwetsbaar voor het is uitgevlogen
Maar als we elkaar vertrouwen
zal het ooit zijn nestje bouwen
Want kijk
De wind waait de hemel schoon
Het kind voert nu de boventoon
in jou en mij
Want de zomer zaait op fluistertoon
zijn zomaar tot iets doodgewoon
in jou en mij
in ons allebei


woensdag 6 juli 2016

Beelden van stand (4)

De stad bezit
een weelde aan beelden
van oud-strijders tot wegbereiders,
filosofen, spotters zonder
mededogen en zelfs een maagd
die zich drijvend
stroomopwaarts had gewaagd.
Ik bezoek ze allen
en laat de woorden vallen
als regendruppels
op ontkiemend zaad
als de knuppel
die het hoenderhok
ontploffen laat:
Smelt jezelf tot dageraad
In honderd tellen,
zwellen bejaarde harten
tot jonge veulens, barsten
lethargische geesten
uit hun teugels
en verovert vergeten
bronstigheid het brons.
Het gegons van opgewonden
standbeelden trekt door de stad
die haar eigen helden
en verworvenheden vergat.
Meester Jan start dan
het meesterplan, mikt en tikt
met een gulden stokje
het klokje met de hoogste toon.
Voor alle mensen doodgewoon,
maar niet voor de meestersmid
die al eeuwenlang op het geluid
te wachten zit. De trilling trekt
als een rilling door de tijd. Wekt
de oude meester uit zijn gelatenheid
en vonkt het vuur in de koude haard.
Het uur van de opstand
is geopend verklaard.

Beelden van stand (3)

Boven op de Sint-Pieterskerk
in een gouden gloed van vuur
kwijt Meester Jan
zich van zijn werk
en slaat ongenadig
het volgend uur.
Boven hem drijven de wolken
richting oneindigheid.
Onder hem kolken
de mensen onbewust
van hun tijdelijkheid.
Onbewust van hem,
de vergulde stem van de tijd.
Ik haast mij op zijn schouder,
vertrouwder dan gebruikelijk
en fluister: Luister, Jaquemart,
vannacht wordt de laatste
en de eerste.
Hou je klaar
en wek de oude meester
over honderd tellen.
Dan zal ik de ander beelden vertellen
dat het moment is aangebroken
om het vuur op te stoken
voor de opstand
van alle beelden van stand.
Meester Jan verbleekt,
wankelt en vraagt van streek:
Komt die opdracht van haar,
mijn amour? Is zij dan klaar met de liefde,
Barones de Pompadour?
Ik trek mijn vleugels op.
Leugens zijn een strop
die ik hem niet om de nek wil leggen.
Zij zal het je zelf wel zeggen, maar
gedenk nu je taak. Honderd tellen
en dan raak. Geen oordeel vellen.
Alles voor de goede zaak.
De zon kantelt
richting horizon. Ontmantelt
traagzaam de dag.
Ik bezoek de andere beelden
zo snel ik vermag en hoop
dat al wat hen ooit verdeelde
hen nu verenigen mag.