maandag 30 mei 2016

Beelden van stand (2)



Onder mij staan
de beelden van stand
centraal op de pleintjes
maar mentaal aan de kant
Ze voelen zich kleintjes
en oninteressant. Losgeslagen
uit hun oorspronkelijk verband.
Onder het groene mos,
schuilt
hun blos.
Vol pudeur. Hun grandeur
is vervlogen in vergetelheid. In een
tekort aan tijd. Van mensen in
de armen van onverschilligheid.
Hoewel onopgemerkt
 en ingeperkt
klopt er een blauw hart
in elk beeld
dat bloedt
bij de aanblik
van een wereld die
zichzelf besteelt.
Vanuit hun verstilling
zien ze het komen
en gaan van mensen
met eendere wensen
en de verspilling op de
weg daar naartoe. Nooit lijkt
de zelfverloochening
haar spelletje moe.
Van vader op zoon.
Allen op zoek naar geluk.
Volgens het nieuwste
patroon maar dat blijkt nu al kaduk.
De beelden van stand
missen het adellijke van toen.
De traagheid, het schrijden.
Het eerst denken dan doen.
Tussen de beelden van stand
vlieg ik heen weer.
Er lijkt in hen een verlangen ontbrand
naar de grote ommekeer.

Beelden van stand (1)



Het is weer zo’n dag
te moe om te vliegen
enkel zin om te wiegen
op thermiek los van de tijd
Maar een aards gezag
trekt mij naar beneden
om mezelf te besteden
aan in brons gegoten
vergankelijkheid.
Als simpele duif,
schuif ik mezelf opzij
en glij
uit mijn vlucht
richting barones
de Pompadour
op de mosgroene koer
van het binnenhof.
Ik ben haar slof.
Haar dienaar. Haar brug.
Haar lichaam oogt stug.
Maar in het verlangen
onvervuld is ze al die
eeuwen blijven hangen
met groeiend ongeduld.
Ze is een beeld. Van stand.
Dat in weer en wind en door
smart overmand, wacht om
te worden bemind.
Ik land in haar hand en het
spervuur begint. Aan vragen
die ik straks naar de einder
moet dragen. Vragen als post
vol verwachtingen
die bij leven nooit werden
ingelost.

maandag 23 mei 2016

Schuifje

In mijn hoofd opent
zich een schuif
met daarin
de oude van de eettafel
uit mijn jeugd.


Het leek
voorgoed vergeten
hoe ik erboven
heb gegeten,
gezwegen en gehuild
terwijl in dat kleine schuifje
al mijn geheimen
onder de tafeldoek
zaten verschuild

Chocolade centen
en geraffeld zoethout
uitgedroogde krenten
en vlokken havermout
De eerste liefdesbrieven
met uitgelopen inkt
van meisjeshartendieven
waarin een jongenshart
verdrinkt

Plots zie ik ook hem
weer zitten,
tafelend aan de overkant
De man die altijd zat
te vitten
met het grote gelijk
eeuwig aan zijn kant
Hij bezat het hele huis
moest alles van ons weten
Maar mijn geheime ladekluis
was uit zijn zicht en vergeten.

Sindsdien sloot ik schuiven
bewust in mijn geheugen
om ellende uit te wuiven
Maar dat ene kleine schuifje
wil ik me nog lang kunnen heugen.

donderdag 19 mei 2016

Dagelijkse strijd



Het lichaam is moe
Het lichaam doet pijn
Eigenlijk wil het liefst
er helemaal niet zijn

Het hart voelt verraad
Het hart pikt het niet
samen tot zoveel in staat
maar het blijft ongeschied

De geest zoekt de vrede
De geest is degene die waakt
brengt het hart weer tot rede
als het lichaam verzaakt

Het lichaam voelt zwaar
Het hart verlangt voort
De geest is bemiddelaar
houdt hen beide aan boord.

woensdag 11 mei 2016

Burgerschap



Burgerschap
dat zijn rechten
en plichten
Het recht om krom te dichten
De plicht de rug te rechten
voor vrolijke gezichten
Het verbod anderen
te knechten
en de plicht
elkaar te onderrichten

Burgerschap
is een hele hap
een bewuste stap
naar samenleven
samen zorgen
vorm geven
aan de dag van morgen
met normen en waarden
gedeeld overal op aarde

Burgerschap
dat zijn u en ik
aan beide kanten van de evenaar
die door dun en dik
geloven in deelbaar
de last, de lust
werk en rust
en toch met eigen blik
er kunnen zijn voor elkaar.