zaterdag 10 oktober 2020

Van oor tot oor

 Met grote zwijgzame ogen

roep je heel zachtjes: help
Dus leg ik voorovergebogen
mijn oor tegen jouw schelp
Zo hoor ik hoe het stormt
in jouw mooie jonge hoofd
alsof de wind alles vervormt
waarin jij net zo graag gelooft
Ik hoor je dwalende vragen
Die je nooit uitspreken wil
Die zich nooit buiten wagen
maar waar ik stilletjes van ril.
Dan zwellen plots golven aan
en heerst er een zee van rust
Het razen is snel heengegaan
en weer veilig lijkt de kust
Onze oren gloeien nu rood.
Maar je ogen staan weer blij
omdat ik je een oor aanbood.
Volgende keer hoor jij zo mij

Geen opmerkingen:

Een reactie posten