Wat doekjes voor het bloeden
en een kruisje
voor de nacht
Wij veilig
onder haar hoede
in bedjes warm
en zacht
Beneden zit
haar man
te lezen in
de krant
over wat al
allemaal kan
en toestand
van het land
Ze plooit kleren
op de stoel
schept zo orde
in haar hoofd
Een devoot opgeruimd
gevoel
is waar zij
het meest in gelooft
Ze laat de
deur op een kier
en het
licht aan in de gang
Daarmee
doet ze ons plezier
ook al zijn
wij nooit bang
In huis valt
alle leven stil
en de oogjes
worden klein
Ik weet nog
niet wat ik wil
maar laat zij
er altijd zijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten