Aan brede rivier op een rots
Verward herinnert ze zich plots
een voorval dat daar ooit begon
Het was een zomer of twee geleden
een dag vol warmte maar geen plezier
Wolken kwamen voor de zon gegleden
en langzaam werd het kil aan de rivier
De regen stroomde hard en lang
en maakte de aarde koel en nat
Eén druppelde aarzelde op haar wang
zodat ze alles rondom haar vergat
De druppel schreed als een trage traan
en twinkelde éénmaal in het avondlicht
Toen gleed hij onverbiddelijk bij haar vandaan
zonder besef wat er
in haar was aangericht
Sinds die dag als haar tranen vloeien
is het net alsof ook hij aanwezig is
Hij laat in haar een zaadje openbloeien
van warme troost, melancholisch gemis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten