Weinig dat blijvend aan de ribben kleeft
Alsof tussen ontwaken en avondeten
mijn geest vaak los van leven zweeft
Als goudzoeker zeef ik jaar na jaar
door mijn geheugen vol zwarte gaten
naar een blik, een woord of gebaar
dat in mij een spoor wist na te laten
Gestolde vreugde en niet gestild verdriet
Schamele oogst van al die gul gedeelde tijd
Zo luttel maar wat de twijfelachtige eer geniet
ternauwernood te ontsnappen aan vergetelheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten