dat openwaait door de westenwind
met regenlippen fluister ik je naam
terwijl je ergens diep in mij ontbindt
Koortsig kleurt de laaghangende zon
het zelfgeweven web dat ons verstrikte
Mijn hart is een galmende gedachtenton
met woorden die ik tot betekenis herschikte
Herfstnevel omfloerst wat moet gebeuren
als deken over ons zelfgegraven winterbed
Ik sluit het raam en wacht op je lentegeuren
vooraleer ik mezelf weer voor jou openzet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten