dinsdag 7 april 2020

Commisaris Crimineel

Op het balkon van het Tiense stadhuis
tuurde de oude commissaris Crimineel
en wat hij zag leek hem niet echt pluis
Daar zat een vork niet goed in zijn steel.
Naast hem stond kleindochter Jozefien
sabbelend op twee vlechten in haar mond.
Het was een mooie pientere meid van tien
die opa zei: hoog tijd voor een suikerklont.
Commissaris Crimineel wist ze had gelijk
want wat er lag midden op de grote markt
dat was niets meer of minder dan een lijk
Maar betrof het moord of een hartinfarct?
Had iemand met een te kort muizenlontje
zichzelf verloren en deze mens gedood?
De oplossing lag vast in een suikerklontje
dat opa Crimineel vaak het juiste inzicht bood.
Samen zogen ze zo een puntje aan de vraag
Wat is er toch met deze arme mens geschied?
Tot de klontjes vielen als blokken op hun maag
Want lag daar naast het lijk geen reuze suikerbiet?
Jozefien en haar opa commisaris Crimineel
stonden hand in hand helemaal van hun stuk.
Van tegenslag krijgen we allemaal ons deel
maar wie sterft er nu in een suikerbietenongeluk?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten