ben jij moeder en ik het kind
dat in jouw armen wil schuilen
tot het daar vertroosting vindt
Maar je kan mij niet beschermen
tegen het onheil dat ons bedreigt
Wie moet zich over wie ontfermen
nu het geluk in alle talen zwijgt
Het verleden hebben we overleefd
niet ongeschonden maar met hoop
dat wie het beste van zichzelf geeft
ooit meester wordt van zijn levensloop
Maar het noodlot slaat zijn gaten
maakt ons tot vogels voor de kat
dwingt ons de illusie los te laten
dat we het ergste al hebben gehad
Ik wil een man zijn die kan dragen
wat onvermijdelijk te wachten ligt
om wiens armen jij nu mag vragen
terwijl jij moedig jouw strijd verricht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten