In de kamer lig ik klaar
wachtend op een kuch,
een stem en dring de
opkomende slaap terug.
De nacht wekt demonen
die wreed de horror tonen
van verval en het trieste dal
waar elke mens door moet
gaan richting einde bestaan
De nacht breekt de kracht
van zorgzamen die tezamen
tekortschieten in hun verlangen
het lijden van de ander
menswaardig te ondervangen
De nacht is haar rust verloren
waaruit hoop wordt geboren
op een beter morgen waar
zorgen en pijn nog met pillen
te bestrijden en te verdragen zijn.
De nacht ademt zwaar
als ik naar het plafond staar
en ervaar hoe machteloos
hoe broos we allen zijn als
die nacht de mens ontdoet
van alle schijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten