van pillen, van de bittere tot citalopram
geliefden blijken tijdbommen die tikken
eerst vlucht vooruit maar nu vleugellam
Als vogels tegen glas, vissen op het droge
pelikanen die borst nodeloos laten bloeden
hoe vaak hebben ze zichzelf voorgelogen
dat ze zo de anderen tegen onheil behoeden
De lach is gebleven maar niet langer van hen
Stilte hangt als lood hoewel vrij van verwijt
Er waart machteloosheid rond die ik niet ken
één na één raken we moedige Icarussen kwijt.